Deze Celine huilt niet, toch Covid-19?

Ik ben stoer, duidelijk, recht voor z’n raap en eerlijk. Huilen komt maar zelden in mijn eigen vocabulaire voor. Maar heel af en toe rollen er van die doorzichtige, zoute bolletjes uit mijn ogen en vinden dan langzaam hun weg over mijn bolle wangen, richting mijn mondhoeken of onderkin. Heel af en toe. En als ze er dan zijn, komen ze ook met velen. Achter elkaar aan, ademen gaat dan moeilijk en blijft dan ook te lang in een diepe snik achter in mijn keel hangen. Met veel moeite lukt het dan om die adem weer uit te blazen en nieuwe zuurstof in te ademen. Snikkend met pijn in mijn ogen hoop ik dan dat het snel weer stopt.
Tot voor 3 maandag geleden kon ik deze huilbuien op één hand tellen, nou misschien met hulp van de tweede hand erbij. Vooral de mensen die dicht bij je staan kunnen deze huilbuien veroorzaken. In mijn tienerjaren had ik wel eens een huilbui door onredelijkheid op school, maar vooral de vreselijke ziektes van mijn ouders en hun overlijden riepen deze huilbuien op. Tot een paar weken geleden…toen kwam Covid-19. De eerste weken kon ik nog aardig aan het werk blijven, maar inmiddels is 80% van mijn werk (dat ik zo graag doe) weggevallen. Als zzp’er (tv/evenementen producer) is voor mij, net als voor al mijn mede-zzp’ers in tv- en evenementenwereld al het werk naar beneden gedonderd.
Alle omroepen en opdrachtgevers zetten eerst de mensen in vaste dienst in en de zzp’ers komen daarna een keer aan de beurt. Begrijp me niet verkeerd hé, ik snap het. Het is een logisch gevolg van alles wat er nu speelt en als ik de grote baas was zou ik dat waarschijnlijk (uiteindelijk) ook doen.
Maar och wat doet het toch pijn om te zien dat de opdrachtgevers waar je je jarenlang voor hebt ingezet je nu niet meer nodig hebben. De bedrijven waar je om 05.00 uur voor op stond om worstenbroodjes op te warmen en een grote kan koffie te zetten, want de crew komt over een uur aan in een of ander dorpje om een giga productie neer te zetten. De bedrijven die je in paniek bellen, omdat er een productie dreigt te mislukken die over vijf dagen al op tv moet en waar je alles voor op zij schuift om het toch voor elkaar te krijgen. Of de producties die bijna dubbelen en je tijdens een groot meerdaags evenement toch ook maar in de avonduren doorwerkt en eerder op staat, omdat je graag je opdrachtgever een plezier wilt doen.
Ik doe het zo graag, de onmogelijke, lange dagen en de rare tijden, omdat het zo’n mooi vak is. Samen met een heel team iets gaafs neer zetten. Zorgen voor de mannen en vrouwen die met dertig graden of in een enorme regenbui er toch maar staan om iedereen thuis te laten genieten van weer een mooi tv-programma. Met een team die grotendeels uit zzp’ers bestaat die ook nu een groot deel van hun inkomen mislopen. Onze uurtarieven liggen niet schokkend hoog, maar dat is niet erg, want wij hebben het leukste beroep van de wereld. Maar dan… dan hoor je deze dame voorbijkomen: Mevrouw Georgette Schlick (CEO van FremantleMedia). Zij zegt in online Broadcast Media Society sessie het volgende: ”Het volume gaat nooit meer zo groot worden als wat het was en ook financieel gaat het ook nooit meer worden wat het was. Of het nou bij de Publieke Omroep is of bij de commerciëlen. Uiteindelijk zullen we hetzelfde moeten maken voor minder geld. Dat is gewoon de essentie, dus ook een oproep aan de freelancers: jullie kunnen je tarieven niet blijven handhaven. Dat geldt voor de acteurs, voor de cameramensen, alles. Iedereen zal water bij de wijn moeten doen. Als je nu een job aangeboden krijgt en je moet het voor 20% minder doen, dan mag ik hopen dat je hem aanneemt, want dan heb je werk.” Hoe makkelijk kun je denken dame Schlick. Gaan onze kosten dan ook 20% omlaag? De huur of hypoyheek, de gemeentelijke belastingen of de zorgkosten? Dan zijn er ook de mensen die roepen: “Jij wilde toch freelancer worden!!” Uh nee, dat wilde ik niet. Ik ben noodgedwongen freelancer geworden. Mijn drie jaarcontracten zaten erop en ik kreeg geen vast contract, omdat dat veiliger was voor de baas, omdat de economie dat niet toe liet en ze me dus beter als freelancer konden inhuren. Na een aantal jaren freelancen kreeg ik te horen, toen ik solliciteerde bij een opdrachtgever, dat ze me niet gingen aannemen, omdat ze dan een van hun beste freelancers kwijt zouden raken. Dus door mijn eigen succes krijg ik niet wat ik wil,… ofzoiets.
Maar ik dwaal af, want waar ik nou zo verdrietig van word is het gemis. Ik mis mijn werk zo enorm. Ik mis de mensen en het zorgen voor die mensen. Het samen lachen, keihard werken en mooie dingen maken. Maar ik mis vooral het nuttig zijn, me nuttig voelen, iets kunnen betekenen voor anderen en dat vind ik heel zwaar.
En dan ineens, out of the blue, als net dat ene liedje op de radio is (er zijn trouwens heel veel “ene liedjes” kom ik achter) dan komt er eerst stiekem één doorzichtig, zout bolletje uit mijn ooghoek rollen die dan blijft steken op mijn bolle wangen. Achter hem aan komt dan de rest die hem het zetje geven om verder te rollen naar mijn mondhoeken. Wat een goed teamwork.
Uiteindelijk komen we ook wel over deze hobbel heen, we geven elkaar een zetje en dan rollen we samen weer de goede richting op. Zonder 20% van ons inkomen in te leveren. Dat weet ik zeker, met hulp van elkaar en de omroepen die hun trouwe freelancers zo snel mogelijk weer willen inzetten.

!  Lees ook eens de blogs van Jan Rein Hettinga: http://www.reinonline.nl/ (waar ik het stukje van dame Georgette Schlick uit heb geleend) !