Wie is er nu een held?

Op een rustig moment ben ik weer eens liedjes gaan zoeken en luisteren die ik jaren geleden graag luisterde. Een van de eerste nummers die ik tegenkwam was Schoolplein van Acda en de Munnik. De eerste keer dat ik hem weer hoorde liepen er tranen over mijn bolle wangen. Waarom? Niet van verdriet, niet van geluk…misschien gewoon omdat het muziek is, en muziek doet dat bij mij en bij heel veel mensen. Muziek is onmisbaar. Zijn muzikanten dan helden? Held, een titel waar ik de laatste tijd wel eens over nadenk. Een vechtsporter die zich volledig in elkaar laat rossen, de wedstrijd wint en vervolgens trots verteld dat de gezichtsherkenning van zijn telefoon hem niet meer herkend wordt door velen een held genoemd. Een twintiger die in een enorm dure F1 auto heel snel dezelfde rondjes rijdt, wint en een hoop geld krijgt is ook een held voor veel mensen. Vergeet die over het paard getilde (een deel dan) mannekes niet die kei hard trainen en dè hobby van veel Nederlanders voor heeeel veeel geld uitoefenen. Helden zijn het als ze winnen, helden. Maar wat doen ze nou eigenlijk om die heldenstatus te krijgen? Een paar uur per week een deel van de bevolking amuseren. Super gaaf als je dat kan, heel fijn als je daar ook nog een hoop knaken mee kan verdienen. Ben je dan een held of is het woord held een beetje zijn waarde verloren? Misschien hebben mensen ook gewoon een ander beeld bij helden, dat kan ook nog. Misschien ligt de lat voor een held bij mij hoger dan bij anderen.

Moet ik misschien de heldendaad los zien van het geldbedrag dat ze er voor krijgen? Of mijn verwachtingen bijstellen van wat er met dat geldbedrag moet gebreuren. Ze hebben er tenslotte hard voor getraind om zo ver te komen en hebben ze die miljoenen per jaar gewoon ook echt verdiend en nodig. Kan hè.

Begrijp me niet verkeerd hè, ik heb het niet slecht. Dak boven mijn hoofd (die graag iets mee onderhoud wil, dat dan weer wel). Ik heb mooi freelance werk en een schitterende eigen zaak. Een restaurant met boekenwinkeltje. We werken met mensen met een verstandelijke beperking, zoals dat dan genoemd wordt, maar vaak denk ik misschien ben ik wel niet zo normaal en zijn zij niet zo beperkt. Schoonheid en kwaliteit schuilt in de ogen van de waarnemer. De dames en heren maken de dag van onze gasten weer een stukje vrolijker, een stukje beter. De vrijwilligers die samen met de medewerkers werken zijn geweldig. Zonder deze mensen waren mijn dagen zo veel minder interessant, minder gezellig en een heel stuk saaier. En dan nog de betaalde krachten. Ze zingen en dansen mee en samen maken ze met z’n allen mijn dagen zo veel makkelijker. Al deze mensen samen, een 24 in het totaal… dat zijn voor mij meer helden dan een overbetaalde voetballer, autoracer of kickbokser.

Heb jij dat ook wel eens? Je zit alleen in de auto en dan weet je precies wat je gaat zeggen als je iemand weer ziet. Het hele gesprek voer je dan met jezelf en wat vind je jezelf dan ook geniaal en slim.

Soms zegt er iemand
Zag je gisteren weer zitten
Vroeg me af wat je deed
Ik zeg gewoon een beetje praten met ’n meisje
Die het allemaal weet
Praten in jezelf zoals dat heet

(Acda en de Munnik – Schoolplein)

Sinds ik het restaurant heb, heb ik deze gesprekken regelmatig met mezelf, want eerlijk gezegd was het de eerste maanden zo enorm moeilijk. Als ik niet zo’n mooie mensen om me heen had gehad, had ik allang de handdoek keihard, bovenhands in de ring gegooid.

Schrijven doe ik graag. Een hobby die ik de laatste tijd ook niet meer heb gedaan. Geen tijd, geen zin, geen puf, maar door te schrijven schrijf ik wel wat ik er van vind, wat ik voel en hoe het echt is. Laatst liep iemand het restaurant in en vroeg aan mij waar Celine was, hij las af en toen stukjes die ik in het wijkkrantje schrijf en wilde na mijn laatste verhaal wel eens weten hoe het er uitzag en Celine eens spreken, want ze was toch wel een beetje een held. Toen ik zei dat ik dat was, was hij toch een beetje teleurgesteld, want de Celine op de foto was toch een stuk dunner. “Zou wel lang geleden gemaakt zijn die foto.” Snel was hij dan ook weer weg.

Haha, even een paar puntjes voor de duidelijkheid. Die foto is van drie jaar geleden en als je van bovenaf fotografeert lijk je altijd dunner en…

Ik ben geen held
Tenminste niet een die telt
Maar ik doe mijn best te blijven staan
Wat ik schreeuw lijkt niet slecht
Maar wat ik schrijf ben ik echt
Zo kan ik een beetje van de wereld aan

(Acda en de Munnik – Schoolplein)

Advertentie

Deze Celine huilt niet, toch Covid-19?

Ik ben stoer, duidelijk, recht voor z’n raap en eerlijk. Huilen komt maar zelden in mijn eigen vocabulaire voor. Maar heel af en toe rollen er van die doorzichtige, zoute bolletjes uit mijn ogen en vinden dan langzaam hun weg over mijn bolle wangen, richting mijn mondhoeken of onderkin. Heel af en toe. En als ze er dan zijn, komen ze ook met velen. Achter elkaar aan, ademen gaat dan moeilijk en blijft dan ook te lang in een diepe snik achter in mijn keel hangen. Met veel moeite lukt het dan om die adem weer uit te blazen en nieuwe zuurstof in te ademen. Snikkend met pijn in mijn ogen hoop ik dan dat het snel weer stopt.
Tot voor 3 maandag geleden kon ik deze huilbuien op één hand tellen, nou misschien met hulp van de tweede hand erbij. Vooral de mensen die dicht bij je staan kunnen deze huilbuien veroorzaken. In mijn tienerjaren had ik wel eens een huilbui door onredelijkheid op school, maar vooral de vreselijke ziektes van mijn ouders en hun overlijden riepen deze huilbuien op. Tot een paar weken geleden…toen kwam Covid-19. De eerste weken kon ik nog aardig aan het werk blijven, maar inmiddels is 80% van mijn werk (dat ik zo graag doe) weggevallen. Als zzp’er (tv/evenementen producer) is voor mij, net als voor al mijn mede-zzp’ers in tv- en evenementenwereld al het werk naar beneden gedonderd.
Alle omroepen en opdrachtgevers zetten eerst de mensen in vaste dienst in en de zzp’ers komen daarna een keer aan de beurt. Begrijp me niet verkeerd hé, ik snap het. Het is een logisch gevolg van alles wat er nu speelt en als ik de grote baas was zou ik dat waarschijnlijk (uiteindelijk) ook doen.
Maar och wat doet het toch pijn om te zien dat de opdrachtgevers waar je je jarenlang voor hebt ingezet je nu niet meer nodig hebben. De bedrijven waar je om 05.00 uur voor op stond om worstenbroodjes op te warmen en een grote kan koffie te zetten, want de crew komt over een uur aan in een of ander dorpje om een giga productie neer te zetten. De bedrijven die je in paniek bellen, omdat er een productie dreigt te mislukken die over vijf dagen al op tv moet en waar je alles voor op zij schuift om het toch voor elkaar te krijgen. Of de producties die bijna dubbelen en je tijdens een groot meerdaags evenement toch ook maar in de avonduren doorwerkt en eerder op staat, omdat je graag je opdrachtgever een plezier wilt doen.
Ik doe het zo graag, de onmogelijke, lange dagen en de rare tijden, omdat het zo’n mooi vak is. Samen met een heel team iets gaafs neer zetten. Zorgen voor de mannen en vrouwen die met dertig graden of in een enorme regenbui er toch maar staan om iedereen thuis te laten genieten van weer een mooi tv-programma. Met een team die grotendeels uit zzp’ers bestaat die ook nu een groot deel van hun inkomen mislopen. Onze uurtarieven liggen niet schokkend hoog, maar dat is niet erg, want wij hebben het leukste beroep van de wereld. Maar dan… dan hoor je deze dame voorbijkomen: Mevrouw Georgette Schlick (CEO van FremantleMedia). Zij zegt in online Broadcast Media Society sessie het volgende: ”Het volume gaat nooit meer zo groot worden als wat het was en ook financieel gaat het ook nooit meer worden wat het was. Of het nou bij de Publieke Omroep is of bij de commerciëlen. Uiteindelijk zullen we hetzelfde moeten maken voor minder geld. Dat is gewoon de essentie, dus ook een oproep aan de freelancers: jullie kunnen je tarieven niet blijven handhaven. Dat geldt voor de acteurs, voor de cameramensen, alles. Iedereen zal water bij de wijn moeten doen. Als je nu een job aangeboden krijgt en je moet het voor 20% minder doen, dan mag ik hopen dat je hem aanneemt, want dan heb je werk.” Hoe makkelijk kun je denken dame Schlick. Gaan onze kosten dan ook 20% omlaag? De huur of hypoyheek, de gemeentelijke belastingen of de zorgkosten? Dan zijn er ook de mensen die roepen: “Jij wilde toch freelancer worden!!” Uh nee, dat wilde ik niet. Ik ben noodgedwongen freelancer geworden. Mijn drie jaarcontracten zaten erop en ik kreeg geen vast contract, omdat dat veiliger was voor de baas, omdat de economie dat niet toe liet en ze me dus beter als freelancer konden inhuren. Na een aantal jaren freelancen kreeg ik te horen, toen ik solliciteerde bij een opdrachtgever, dat ze me niet gingen aannemen, omdat ze dan een van hun beste freelancers kwijt zouden raken. Dus door mijn eigen succes krijg ik niet wat ik wil,… ofzoiets.
Maar ik dwaal af, want waar ik nou zo verdrietig van word is het gemis. Ik mis mijn werk zo enorm. Ik mis de mensen en het zorgen voor die mensen. Het samen lachen, keihard werken en mooie dingen maken. Maar ik mis vooral het nuttig zijn, me nuttig voelen, iets kunnen betekenen voor anderen en dat vind ik heel zwaar.
En dan ineens, out of the blue, als net dat ene liedje op de radio is (er zijn trouwens heel veel “ene liedjes” kom ik achter) dan komt er eerst stiekem één doorzichtig, zout bolletje uit mijn ooghoek rollen die dan blijft steken op mijn bolle wangen. Achter hem aan komt dan de rest die hem het zetje geven om verder te rollen naar mijn mondhoeken. Wat een goed teamwork.
Uiteindelijk komen we ook wel over deze hobbel heen, we geven elkaar een zetje en dan rollen we samen weer de goede richting op. Zonder 20% van ons inkomen in te leveren. Dat weet ik zeker, met hulp van elkaar en de omroepen die hun trouwe freelancers zo snel mogelijk weer willen inzetten.

!  Lees ook eens de blogs van Jan Rein Hettinga: http://www.reinonline.nl/ (waar ik het stukje van dame Georgette Schlick uit heb geleend) !

 

 

 

 

 

 

Jullie spelen met het leven van mijn Petekind!

Wie heeft jou het recht gegeven om te spelen met het leven van mijn petekind?
Laat ik even wat duidelijker zijn en het vraagteken weghalen: “JIJ HEBT NIET HET RECHT OM MET HET LEVEN VAN MIJN PETEKIND, EN ZIJN GROTE BROER TE SPELEN!

Lieve mensen, wat kan ik me toch boos maken over de mensen die net doen of er niks aan de hand is. “Kom, we werken thuis, dan kunnen we ook met z’n allen iets leuks gaan doen. De kinderen zijn vrij van school, laten we die ook meenemen. Och en wat schijnt de zon lekker, laten we naar het strand gaan of met het hele dorp wandelen in het bos.” NEEEEEEEEE!!!!!
Jongeren die niet naar school hoeven, maar dan wel massaal afspreken in het park. Het café is dicht, maar we nemen gewoon zelf alles mee en gaan dan picknicken ofzo. NEEEEEEE!!!!!
Kunnen we nou niet gewoon even thuisblijven met z’n allen? Is dat nou zo moeilijk?
Ja, ik vind dat heel moeilijk. Daar waar ik graag vier weken achter elkaar op vakantie ga en dan mijn vrienden en collega’s niet mis, mis ik ze nu al na twee weken. Maar ik blijf wel thuis. Alleen de deur uit voor boodschappen en een paar dagen werken.
Vrijdag dertien maart was ik bij mijn goede vriendin. We kennen elkaar al van de lagere school en ik heb de eer om peettante te mogen zijn van haar jongste zoon. Een stoere gast die in groep acht zit. Zijn grote broer zit al in de tweede van het middelbaar onderwijs. Beide heren hebben Taaislijmziekte (CF). Een ziekte die vooral de longen aantast. (Zoek het eens een keer op.)
Die bewuste vrijdag zaten we heerlijk samen aan de cappuccino toen er een bericht binnen kwam van de NCFS stichting. De jongens vallen onder de risicogroep en moeten nú naar huis komen.
De oudste zit op de middelbare school in Sittard. Bij hem op school zitten kinderen uit het Duitse gebied Slefkant in dat gebied ligt Langbroich. Dit dorp is eind februari al getroffen door corona. De scholen zijn daar gesloten en de mensen gaan niet de straat op. De kinderen uit Selfkant die in Nederland op school zitten die houden zich aan de Nederlandse regels en die gaan dus gewoon vanuit een Duits besmet gebied naar een Nederlandse school. Alsof het virus denkt: “Woeps de grens, daar ga ik echt niet overheen.” School snapt het probleem maar al te goed, maar ze mogen geen leerlingen onderwijs onthouden en stonden ook met de rug tegen de muur.
Boos en verdrietig zijn de jongens als de scholen gebeld worden dat ze naar huis moeten komen. Weer zijn ze een uitzondering op de normale gang van zaken.
Een paar dagen later gaan de scholen allemaal dicht en lijkt de uitzondering weer wat bij te trekken. Niks is minder waar. In de appgroepen van de vrienden van beide heren komen al snel berichtjes van vriendjes die buiten gaan afspreken. Op de voetbalveldjes en vaste afspreekplekken. Ouders vinden het allemaal maar goed dat hun kinderen die uit school gehouden worden, omdat er ze anders met te veel mensen op een kluitje zitten, wel mogen afspreken met hun vrienden.
De twee broers mogen niet naar buiten, mogen niet afspreken en zijn gebonden aan eigen huis en tuin.
Waarom? Nou, omdat een deel van Nederland denkt dat de regels en aanwijzingen niet voor hen of hun kinderen geldt. Zolang deze mensen dat denken zitten, blijft het virus doorgaan, moeten we ons langer aan deze vervelende regels houden en zitten ook de mannen van mijn vriendin thuis.
En dat niet alleen. Want als mijn vriendin boodschappen gaat doen loopt ze (net als ons allemaal) ook risico, maar als zij besmet wordt kan ze weer haar kinderen besmetten. Dus al die idioten die vinden dat ze geen 1.5 meter afstand hoeven te houden en dat het allemaal wel meevalt, die dicht bij anderen gaan staan en snel voorschieten om dat laatste flesje desinfectie te pakken…al die mensen spelen met het leven van andere mensen.
Je bent een grote egoïst als je nu vijf flessen ontsmettingsmiddel in je voorraadkast hebt staan, terwijl er mensen zijn die dit door hun ziekte kei hard nodig hebben. Niet alleen nu, maar hun hele leven.
Hou je nou gewoon even aan de regels. Ook met mooi weer. Bedenk je ook eens dat als het de afgelopen weken kei hard had geregend jullie allemaal binnen hadden gezeten en wel wisten wat je zou moeten doen.
Ik vind het ook moeilijk, ik zal niet zeggen dat het mij makkelijk af gaat. Maar het moet gewoon. Ik zou er niet aan moeten denken dat ik medeplichtig zou zijn aan de dood van een medemens.
Ik mis het koffiedrinken bij mijn vrienden, natuurlijk. Maar ik wacht liever een paar weken met afspreken, dan dat ik helemaal niet meer met ze kan afspreken.

Blijf thuis, blijf gezond.

Net niet goed genoeg

“Wat vinden we je goed in wat je doet, maar je bent net niet goed genoeg.”

Het verhaal van mijn leven tot nu toe. Laat ik aan het begin beginnen, nou ja niet helemaal aan het begin, maar toch redelijk aan de beginnende kant.
Lagere school klas twee, tegenwoordig is dat groep vier geloof ik. Ik zat bij juffrouw Karin in de klas. Wat een leuke juf en wat een leuke klas. Aan het einde van het jaar mocht iedereen naar klas drie, behalve twee…kleine Celine was er één van “je bent echt heel goed, maar net niet goed genoeg voor klasje drie, meisje je mag nog één jaartje bij juffrouw Karin blijven.”
Aan het einde van de lagere school werd mijn brugklas niveau bepaald, jawel, MAVO/HAVO want ik was wel goed, maar net niet goed genoeg voor de HAVO.
Ik speelde gitaar in mijn tienerjaren, maar  niet goed genoeg om door te zetten en in bandjes te spelen. Ik was handbalkeepster en dat ging aardig goed, maar de keepster van het eerste was beter. Dus was ik de tweede keepster van het eerste team.
Bij mijn beroepsopleiding MBO niveau (mijn broer deed HBO en dat werd mij met regelmaat verteld door mijn moeder)  hobbelde ik mee met de middenmoot. Er waren altijd een paar medestudenten die creatiever waren, actiever waren en veel beter konden slijmen bij de leraren.
Mensen om me heen hebben hobby’s waar ze helemaal voor gaan, passies waar ze enorm goed in zijn. Ik heb dat niet, ik vind alles zeker leuk, maar niet als een passie.
Van mijn werk word ik blij en ben er ook best goed in. Opdrachtgevers zijn tevreden en blijven me inhuren, maar hoe vaak er ook vacatures komen er wordt altijd iemand anders aangenomen, omdat die toch beter is. De programma ideeën die ik inlever zijn “op zich best leuk, maar we hebben betere ideeën binnen gekregen.”
En laatst werd me door een collega toch wel duidelijk gemaakt dat hij zonder kruisband en meniscus wel gewoon kan functioneren en dat het een mindset is. Dus met andere woorden…die 11 knieoperaties die ik heb gehad waren helemaal niet nodig en waarom loop ik eigenlijk op lange, drukke dagen nog met een brace? Het is gewoon een mindset, ik moet dat beter doen.

Maar weet je, het is niet erg om niet de beste te zijn. Misschien wil ik wel niet de beste zijn. Het is goed zo. Je hoeft helemaal niet de beste te zijn. Je moet gelukkig zijn, fijn kunnen werken, heerlijk kunnen relaxen en je niet continu zorgen hoeven te maken of je wel goed genoeg bent.
Ik ben goed genoeg in wie ik ben. Jazeker doet het af en toe wel pijn als je bijvoorbeeld de baan niet krijgt waarvan je denkt dat je dat wel heel goed kan of als jou knie helaas niet zo goed geneest (door fouten van de artsen) als die van je collega en ja het zou zeker eens fijn zijn als je wel ergens de beste in bent, maar in mijn geval en die van velen met mij is dat nou eenmaal niet zo.
Het is fijn om bij de middenmoot te horen, het grootste gedeelte van de bevolking. Ik ben gewoon normaal, met fijn werk, maatje 38 in mijn schoenen, maat 42 in mijn broeken. Gewoon normaal en normaal is goed.
Dus eigenlijk ben ik super goed in normaal zijn, met een tikkeltje prettig gestoord.

Brief voor Esther (en als Eric(k) mee wil lezen mag dat gerust.)

Beste Esther,

We kennen elkaar niet, nou ja ik ken jou een heel klein beetje en jij hebt geen flauw idee wie ik ben. Ik zal het proberen uit te leggen.

Gisterenavond zaten we te eten op een terras van een pizzeria op Ibiza. Heerlijke pizza’s. Op hetzelfde terras zat een ouder echtpaar met hun dochter. De dochter, ik schat haar rond de vijftig jaar oud, snapte er helemaal niks van. Ze liet dit duidelijk horen. Vaak zei ze dan ook “ik snap het gewoon niet, ik snap het niet. Waarom laat ze dit toch toe? Ik snap het niet.” Ik heb echt niet zitten luistervinken, maar deze dame, ik heb haar naam niet gehoord, sprak zo hard dat het hele terras mee kon luisteren. Het kan niet zo zijn dat ze dacht “och we zitten in Spanje, niemand verstaat ons,” want 80% van de mensen op Ibiza spreekt Nederlands. Esther je gelooft het niet maar ik heb twee Spaans cursussen gedaan en ik hoef het bijna niet te spreken. Zelfs op een terrasje draaide ze muziek van Glen Faria.

Ben je wel gelukkig Esther? Het ouder echtpaar en hun dochter denken van niet. De ouders, vader in het bijzonder kon ik niet verstaan. Hij sprak op een beschaaft volume voor een terras. Hij zei ook niet zo veel. De dochter was voornamelijk aan het woord en viel ook veel in herhaling. Ze was boos en bezorgd. Na een tijdje blijkt ze je zus te zijn en het ouder echtpaar dus je ouders.
Wat was hij lief Eric toen jullie elkaar leerde kennen. Jullie waren zo verliefd en gelukkig. Ook je ouders waren blij met hun schoonzoon. Tot het moment dat jullie getrouwd waren en kinderen kregen. Hij werd bot en grof tegen je. En dat niet alleen. Iedere dag op nieuw beledigd hij je. Je bent te dik, te lelijk of slecht gekleed. Niks is goed genoeg, het eten smaakt nergens naar, poetsen kan altijd beter en als hij het niet doet dan gebeurt er niks.
Je zus snapt het niet, ze snapt er niks van, waarom blijf je bij hem? Laatst moesten jullie op school zijn voor de oudergesprekken. Alles, maar dan ook echt alles wat niet helemaal goed ging met de kinderen (er zijn altijd puntjes voor verbetering natuurlijk) was jou schuld. Je hebt ze te weinig aandacht gegeven, niet goed geholpen met hun huiswerk en zelfs als je het onkruid in de tuin te hoog had laten groeien was dat de schuld van het moeilijk lezen van je jongste dochter. Het is natuurlijk nooit zijn schuld.
Uit het verhaal op het terras begrijp ik dat je ook nog gewoon een baan hebt. Een baan waar je heel hard moet werken. Eric heeft ook een baan, moet ook hard werken, maar die doet verder helemaal niks. Hij kookt niet, hij poetst niet, helpt de kinderen niet met huiswerk en zal zeker niet in de tuin werken. Wat hij wel doet is zeggen dat hij alles beter kan.
Je moeder vraagt zich af hoe dat dan in z’n werk gaat als je bij Eric weg gaat en hoe gaat dat dan met jullie drie kinderen? Je zus heeft al een aantal scenario’s in haar hoofd. Ze beginnen allemaal met weggaan bij Eric en co-ouderschap aangaan. “De kinderen brengt ze de helft van de week maar naar hun vader, dan weet hij ook eens hoe het is om ze op te voeden en als hem dat dan niet lukt, tja pech gehad, hij zal het toch zelf moeten doen.” Dan vind je zus het heel belangrijk dat alles goed op papier wordt gezet, want als jullie gaan scheiden dan stop Eric zeker weten met zijn baan, zodat hij minder inkomen heeft dan jij en hij dus geen alimentatie hoeft te betalen. Hoe jullie dat dan moeten beschrijven zegt ze er niet bij. Volgens mij kun je in Nederland niet bij de notaris laten vastleggen dat je ex niet mag stoppen met werken, maar ik kan me vergissen.
Waar ze het alle drie over eens zijn is dat je veel gelukkiger zult zijn met je kinderen zonder Eric. Wel zal hij er alles aan doen om je bij je kinderen zwart te maken en te zorgen dat ze jou zien als de heks die het huwelijk kapot heeft gemaakt. Jou kinderen hebben een eigen menig Esther, ze zullen zelf inzien dat het beter is dat je weg bent gegaan en ze uit deze vernietigende relatie hebt gered. Het zal zwaar worden, maar je bent niet de eerste en ook niet de laatste die dit meemaakt en er beter uitkomt dan verwacht.
Je vader zegt niet veel, maar aan zijn gezicht zie ik dat hij veel verdiet heeft. Hij hoort de verhalen aan die verteld worden en zou het liefste op het eerste vliegtuig naar Nederland springen om Eric de wacht aan te zeggen en jou en je kinderen te knuffelen en mee te nemen. Ver weg van Eric vandaan. Je moeder praat veel met je, kopje thee aan de keukentafel, maar ze heeft het graag over leuke en positieve dingen. Ze ziet aan je dat je het moeilijk hebt, dat je niet aan jezelf denkt. Die mooie spontane, altijd goed verzorgde dochter die is er even niet meer.
En je zus, je zus die is zo boos. Boos op Eric om alles wat hij je aan doet, maar ik denk ook boos op jou, omdat jij het je aan laat doen. Jullie waren in Barcelona en toen hebben jullie zo goed gepraat en je wilde echt weg bij je man en toch is het niet gebeurd. Ze wil zo graag dat je aan jezelf denkt en aan de kinderen natuurlijk. Die zullen blij zijn als het huwelijk voorbij is.
Esther ik ken je niet, ik ken Eric niet en bovenal ken ik je huwelijk niet, maar één ding weet ik zeker, als je besluit om bij Eric weg te gaan staan er drie mensen voor je klaar die met alles wat ze in zich hebben je zullen helpen dit te doorstaan. Misschien moet je zus iets zachter praten op het terras (het zullen de emoties zijn geweest), maar ze zal er alles voor over hebben om je weer gelukkig te zien.
En verder, als Eric echt zo is als ik heb gehoord op het terras dan pak gauw je kinderen en je spullen, ren zo hard mogelijk weg en begin een nieuw en gelukkig leven. Dat ie maar in de stront zakt.
Vriendelijke groet Celine
Inval

Inval

“Bam, bam, bam, bam.” Het is 04.30 uur en ik zit rechtop in mijn bed van de schrik. “Kaboem” en gerinkel. Honden beginnen te blaffen. Even mijn hersenpan op wakker zetten, want ik droom echt niet. de voordeur van het appartement bij de buren werd open geslagen en de ijzeren luiken vielen op de grond. Het is aan de voorkant van de appartementen. Ik slaap aan de achterkant, vanaf mijn balkon is niks te zien.
Geroezemoes op de balkons om me heen. Mensen komen slaperig naar buiten. Praten zacht over de balkons heen met elkaar. De Engelsen verder op doen dat op een wat harder volume. Ik versta niet wat er gezegd wordt maar iedereen is uit zijn slaap wakker geschrokken. Ik ga weer in bed liggen. Wat was dit nou toch weer?

Tenerife
We zijn op vakantie op Tenerife. Vijf dagen geleden zijn we hier aangekomen. Het appartement is goed genoeg. Een goed bed, fijne badkamer en een mooie ligging. Hier en daar mag het een en ander wel vervangen of gerepareerd worden maar dat zijn kleine dingen en daar stoor ik me verder niet aan. Het appartement ligt in een complex-achting-iets. Je moet eerst door een hek en dan liggen er veel appartementen bij elkaar. Deze zijn grotendeels van verschillende eigenaren die ze verhuren aan toeristen of mensen die er wat langer willen blijven wonen. Er is een zwembad bij en mooi aangeplant groen.

Bewoners
Er zijn dus ook bewoners. Overwinteraars die de kou in hun eigen land ontvluchten maar, ook dromers die denken op Tenerife het geluk te kunnen vinden. Werken voor het nodige geld en verder feest, wiet, strand en relaxxxxx. Het is allemaal heel anoniem want, je huur betaal je contant aan de eigenaar van jou appartement. Verder heb je met niemand te maken. Een paar dagen geleden dacht ik nog: “Als je even wil verdwijnen dan kan dat goed hier.”

Politie
Uiteindelijk ben ik weer in slaap gevallen. De twee katten die iedere nacht hetzelfde rondje wandelen en elkaar altijd om 07.00 uur bij ons op de hoek tegenkomen en dan op elkaar gaan mopperen, krijsen me weer wakker.
Ik kijk op het balkon maar alles is rustig. Toch spookt me het voorval van een paar uur geleden door mijn hoofd. Broek aan, shirt aan en aan de voorkant even kijken wat er te zien is. De voordeur net ver genoeg open om mijn hoofd erdoor te steken. Rechts, niks. Ik draai mijn hoofd naar links en hoor vrolijk: “Buenos dias (goeie morgen)”. Twee meter verderop staat een agent bij de deur. “Hemos Te despiertas esta noche? (We hebben u toch niet wakker gemaakt?)”

Koffie
De agent houdt de wacht bij de ingeslagen deur. Niemand mag erin tot de recherche klaar is. Hij staat er al een paar uur en ik bied hem een kop koffie aan. Met een grote glimlach neemt hij mijn aanbod aan. Ik loop terug naar mijn appartement. Vijf minuten later loop ik met twee grote koppen, gloeiend hete koffie terug naar de agent. Eentje voor hem en een voor mij. Ik wil nou wel eens weten wat er gebeurt is vannacht. Uit mijn zak haal ik suiker en melk. Van allebei wil hij veel. Tis unnu zoete 😉

Terrorist
Dankbaar pakt hij de kop koffie aan. Hij spreekt best een woordje Engels en ik vraag hem waarom ik zo bruut uit mijn slaap ben gehaald. Hij mag eigenlijk niks zeggen maar ze hebben er vannacht een man opgepakt die vermoedelijk een terrorist was. Er zijn spullen gevonden waar een bom van gemaakt kan worden. “A suiside mission”, zegt hij zo interessant mogelijk. Maar nu zijn we weer veilig. De man zat er waarschijnlijk al maanden. We kletsen nog wat verder. De man had ook nog een kind bij zich van een jaar of negen. Zo zijn ze hem op het spoor gekomen. Hij had haar in België van school opgehaald zonder dat moeder het wist en toen hebben ze een klopjacht opgezet.

Verhaal
Wat een verhaal hè. Het echte verhaal is alleen dat de knallen vannacht echt waren. De onrust in het complex ook maar, ik ben er niet achter gekomen wat er nou echt aan de hand was. Vanmorgen was er niks meer te zien van wat er vannacht is gebeurd. Echt te saai om een blog over te schrijven dus, heb ik bovenstaande maar bedacht.

Vooroordelen

Mensen zijn leuk om naar te kijken. We denken ook allemaal dat we aan mensen kunnen zien waar ze vandaan komen. Dat is ook wel zo maar, misschien moeten we wat verder kijken dan huidskleur en afkomst.

Chinezen
De gelige huid met spleetogen zijn, voor het grote deel van de Nederlanders, Chinezen. Dat is natuurlijk niet zo want het verschil tussen Chinezen, Japanners, Indonesiers en mensen uit bijvoorbeeld Thailand nemen wij niet zo nauw. Dan kan het ook nog eens zijn dat zo’n “Chinees” gewoon in Nederland geboren en getogen is omdat, zijn grootouders vroeger naar Nederland zijn gekomen en zijn ouders hier gewoon geboren zijn.

Surinamers
Ja, die zijn “natuurlijk” altijd chocolade bruin. Alle donkerbruine mensen komen uit Suriname of Afrika. Ze kunnen allemaal goed dansen en kunnen ontzettend goed koken (van dat laatste denk ik echt dat het waar is haha). De vrouwen hebben allemaal dikke billen om mee te schudden en de mannen hebben allemaal een grote…uh…och ja ik schrijf het gewoon, piemel. En het komt allemaal morgen wel. Mañana, Mañana.
In sommige stukken van Afrika discrimineren ze trouwens heel erg op huidskleur. Hoe donkerder je huid hoe lager je staat in de ranglijst en hoe dommer en armer je bent.

Russen
Tja, die Russen. Die hebben allemaal een bleke huidskleur (er schijnt ook nooit de zon), dat ronde hoofd wat al die Russen hebben kun je niet omheen. Ze drinken veel, zijn arrogant en luidruchtig. Bij dames is alles kort kort kort.

Engelsen
Echt rood haar en hele lichte huid. Je herkent de mannen aan de voetbalshirts die ze altijd dragen. De vrouwen hebben veel te veel make-up op en te korte kleren aan. De mannen zitten in groepen in de kroeg bij elkaar en maken veel kabaal.

Polen
Nou ja, die zijn natuurlijk altijd dronken, kunnen geen auto rijden laat staan een vrachtwagen. Ze stelen allemaal ons werk en krijgen veel te weinig betaald. Door hun witte gezichten en ingevallen ogen lijkt het net of ze altijd ziek zijn. De vrouwen gebruiken veel make-up, hebben allemaal nep borsten en pornoblond haar.

Nederlanders
Die kennen we het beste. Die zijn gierig, denken alleen aan zichzelf, kopen alleen de aanbiedingen. We worden in het buitenland niet voor niks door koopmannen nageroepen met: “kaikuh kaikuh nie kopuh”

Dan nog
Zuid-Europeanen zijn allemaal macho’s, rokken jagers op scootertjes. Belgen kunnen geen auto rijden. Duitsers zijn dik en arrogant. Mensen met tattoo’s zijn criminelen en dikke vrouwen zijn altijd grappig en gezellig

Marokkanen en Turken
Die halen wij Nederlanders vaak door elkaar en durven dan ook nog te zeg: “Och ja, is toch allemaal hetzelfde.” Alle mannen met baarden en een kale kop zijn terrorist en hebben zich al ingeschreven om te gaan vechten in Sirië. De vrouwen met hoofddoekjes zijn onderdrukt.

Waar wil ik nou eigenlijk heen met deze blog? Dat wist ik zelf nog niet tot halverwege het schrijven.
Als we mensen zien, die we niet kennen, vormen we een mening. Deze mening klopt merendeels niet, dan wel. Als ik alleen even naar mijn eigen straat kijk: De Turkse gezinnen vragen altijd hoe het met me gaat, zijn echt geïnteresseerd, de Marokkanen zijn altijd beleefd zullen hun ouders nooit op hun oude dag alleen laten en bellen bij mij aan als ik het raampje van mijn auto perongeluk open heb laten staan (en dan zit de radio er nog in 😉 De man uit Macedonië heeft mij gezegd dat als ik ooit problemen heb dat ik altijd bij hem kan aanbellen dan komt ie me helpen. De Haarlemse vol met tattoo’s is mijn vriendinnetje die altijd voor me klaar staat. De Poolse jongen verderop komt me helpen als ik iets zwaars moet tillen en heb ik nog nooit alcohol zien drinken.

Ook ik ben iemand die snel een oordeel heeft en dan later erachter kom dat ik er naast zat. Ik zal dat dan wel openlijk toegeven. Laten we elkaar zien zoals we zijn en niet zoals er maar een paar van ons ras, geloof of cultuur zijn.

Laat onze lach de wereld veranderen en niet de wereld onze lach.

Dan nog twee dingen die bewezen waar zijn:
– Een Indo met fout geblondeerd haar is een rascistische politicus die niet verder wil kijken dan de vooroordelen die we hebben.
– En Minions zijn altijd geel met een blauwe broek en eten bananen.

De producer en het callsheet:

De producer en het callsheet:

Als producer ben je verantwoordelijk voor het callsheet en/of de productieboeken. In het callsheet staat de informatie die belangrijk is voor de tv ploeg die de opdracht gaat uitvoeren. Er zijn heel veel verschillenden klussen en dus ook heel veel verschillende callsheets.
In het callsheet staan de belangrijkste dingen als:
Wat ga je doen…
Waar moet je zijn…
Hoe laat moet je er zijn…
Met wie ga je er werken en hun telefoonnummers…

Nieuws
Als ik als nieuwsproducer werk bij Omroep Brabant dan bestaat mijn callsheet uit een ‘geeltje’ (post-it) met de tijd, het adres en met wie. De cameramensen hebben de telefoonnummers van de verslaggevers in hun telefoon staan. Wat ze gaan draaien vertel ik erbij als ik het geeltje op hun voorhoofd, borstkast of arm plak. Als ze al onderweg zijn en nog een nieuw onderwerp erbij krijgen dan stuur ik ze een appje met de gegevens door. Dit om te voorkomen dat ze naar Schoollaan in Herten (Limburg) rijden ipv de Schoolstraat in Herpen (Brabant). Ja inderdaad, echt gebeurd.

Wekelijks programma
Er zijn ook wekelijkse programma’s. Deze programma’s zijn altijd op dezelfde dag van de week, op hetzelfde tijdstip, met meestal dezelfde crew. Hier komt dan ook vaak hetzelfde callsheet met een andere datum en hier en daar een verandering. De grootste verrassing is dan ook wat we gaan eten die avond. Altijd een spannend moment voor de vaste crewleden en ook vooral een ideaal moment om de producer van het programma te plagen omdat, ze eigenlijk toch liever chinees willen en geen pizza.

Voor-geproduceerde klussen
Dan zijn er de voor-geproduceerde klussen. Dan krijg je te horen dat er een cameraman met eventueel een geluidsman een aantal dagen of weken later ergens moeten zijn voor opnames. Het liefs dan ook nog de mensen die in het rijtje staan van hun favorieten. Ik vraag deze mensen dan aan bij de planning. Bij de planning kunnen ze ook niet meteen zeggen wie het gaat worden. Dat antwoord kan zomaar de dag erna komen omdat niet iedereen meteen de telefoon op neemt. Wel wil degene die de aanvraag doet een paar uur later al via een mailtje weten wie de mensen zijn en een uur later weer en een uur later weer.
Als we dan uiteindelijk weten wie het zijn dan wordt de informatie van de klus doorgestuurd naar de ploeg die gaat draaien.

Evenementen
Er zijn ook nog de evenementen. De callsheets hiervan zijn wat uitgebreider. Daar staat de crew van de dag op, het adres waar ze moeten zijn, hoe ze er moeten komen en waar ze moeten parkeren. Of er parkeervergunningen zijn, van wie je die moet krijgen. Of er doorrijkaarten nodig zijn om via het parcours op de juiste plek te komen. Wie er om hoe laat moet zijn. De verantwoordelijke per functie voor de dag. Wanneer de pauzes zijn, waar we gaan eten, een tijdschema, hoe je aan de polsbandjes komt, een plattegrond van het decor. Wie welke apparatuur mee neemt en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Je voelt hem misschien al aankomen, dan ben je afhankelijk van heel veel partijen om alle informatie te verzamelen voor je callsheet.

Op tijd
Voor deze klussen probeer ik altijd ruim op tijd (lees een paar dagen van te voren) de callsheets de deur uit te doen. Probeer. Aangezien je van verschillende partijen afhankelijk bent voor informatie wil dat niet altijd lukken. Mocht het nou zo zijn dat er speciale dingen zijn, bijvoorbeeld polsbandjes die verstuurd moeten worden, eten dat van te voren besteld moet worden of een vroeg tijdstip waarop de crew zich moet melden, dan zal er altijd al van te voren een mailtje gestuurd worden met die details of vragen.

Lezen
Het callsheet wordt niet gemaakt om de mail-inbox te vervuilen of de A4tjes op te printen, er staat echt relevante informatie in. Misschien is niet alle info voor alle leden van de crew belangrijk maar, er staat altijd wel iets in wat belangrijk voor je is.
Toch worden de callsheets maar door een paar mensen van de crew gelezen. Dat merk je aan veel dingen. Bijvoorbeeld, de fouten die er uit gehaald worden. Mensen die erachter komen dat een van de telefoonnummers maar 9 cijfers heeft, of en dat was heel erg gênant…diegene die al een half jaar gescheiden is leest de verkeerde achternaam op het formulier. Oeps.
Maar je merkt het vooral aan alle telefoontjes die je de ochtend van de productie krijgt van mensen die bellen waar ze moeten zijn die dag. Of dat de cameraman die in het callsheet genoemd wordt om de SXS recorder mee te nemen, hem niet bij zich heeft. “Ja, dat wist ik niet.” “Stond in je callsheet.” “Tja, die lees ik nooit.”

De producer
Producers zijn regelaars, troubleshooters, allesweters en ‘zorgen’ graag. Ze zorgen dat het de crew aan niks ontbreekt. Ze weten wat er speelt. Heb je een vraag…de producer weet het antwoord en als dat niet zo is zorgt hij of zij ervoor dat ze het zo snel mogelijk weten. Moet een minuut voor de live uitzending dat verkeersbord uit dat shot dan zorgt de producer dat, dat bord weggehaald wordt voor de uitzending begint.
Regisseur, programmamaker en crew moet blindelings kunnen vertrouwen op de producer.

Nou zijn er mensen die denken dat producers niks anders te doen hebben dan hun callsheet maken. (laatst kreeg ik de opmerking: “Ik zou wel eens een lijstje willen hebben met wat een producer de hele dag doet, volgens mij is dat niet zo veel.”)
Met alleen een callsheet maken zou het inderdaad een luizenleventje zijn, was het niet zo dat die ene klus misschien voor de cameraman en geluidsman de enige klus is voor die dag maar, dat een producer een paar tegelijk moet regelen, problemen op de vloer moet oplossen, beelden aankopen en verkopen en zorgen dat andere omroepen op tijd beelden hebben. Lijsten invullen zodat alles ook weer terug te vinden is. Contact houden met externe producenten dat de programma’s er op tijd zijn. Op het laatste moment zorgen dat er toch nog een extra cameraman in de rechtbank is omdat de plannen zijn gewijzigd en er live gestreamd moet worden.
Bij de grotere projecten zorgt de producer er niet alleen voor dat crew op tijd is en binnen kan maar ook dat ze drinken hebben, op tijd kunnen eten en dan ook nog goed eten want “tankstation eten en een frietje krijgen we al iedere dag”, er moeten genoeg opname kaartjes zijn, genoeg schijven voor back-up, zorg dat de plopkappen er zijn. Dat iedereen happy is en dat betekend dus altijd genoeg koffie.

Begrijp me goed. Ik heb een geweldig beroep. Iedere dag is anders en ieder evenement een uitdaging. Het is een functie met een misschien iets minder duidelijke omschrijving als een cameraman of geluidsman maar zonder producer en zijn of haar lijstjes en callsheets zou het een grote chaos zijn.

 

 

Lees ook eens de blogs van: www.reinonline.nl Alle ins en outs over de tv wereld.

 

 

Carnaval

Een week geleden was alweer de laatste dag van de carnaval in volle gang. Ieder jaar verbaas ik me weer over dit volksfeest. Hoe de een ervan houdt en de ander het haat. 
Houden van:

Nee ik hou er zeker niet van. Degene die er van houden die zijn al sinds november bezig met de vriendengroep om ideeën te bedenken, wagens te bouwen, pakjes te maken en natuurlijk het hele stapschema uit te werken. Er zijn er die het hele jaar geld op zij houden en sparen voor de vier gekste dagen van het jaar. Heerlijk vind ik het om te zien hoe mensen opgaan in dit feest, de vriendengroepen en die ene in z’n eentje. 
Haten: 

Ook haten doe ik het niet. Ik snap het niet altijd even goed. Waarom vliegen mensen me om de nek met carnaval als ze dat de rest van het jaar niet doen? En soms zelfs niet eens iets tegen me zeggen. De plakkerige schmink kan mijn goedkeuring ook niet dragen, haha. Bij andere mag er zo veel op zitten als ze willen, maar op mijn gezicht geen kleverige kleurtjes, die ik waarschijnlijk onbewust al binnen vijf minuten door elkaar heb geveegd na een kriebel op mijn wang. 
Werken:

Dat is voor mij het toverwoord met carnaval, werken. Als het dan toch carnaval is dan kan ik er beter geld aan verdienen dan thuis Netfix zitten kijken. En dan heb ik het geluk dat ik freelancer in Limburg en Brabant ben. Iedereen wil in de carnavalsperiode vrij hebben. Werk zat. Dat werk vind ik dan ook de laatste jaren bij Omroep Brabant, eerst als editor en nu sinds twee jaar als producer. Vijf dagen knallen, niet ziek worden dat kan altijd na de carnaval nog (als het persee moet).
3 uurkes vurraf:

Vijf dagen? Ja ja, in Brabant wordt traditiegetrouw op vrijdag carnaval geopend met 3 uurkes vurraf. Drie uur lang treden een groot deel van de Brabantse artiesten op in Eindhoven en wij zenden dat uit. En wat doet Celine daar dan? Nou, dat zal ik eens vertellen, Celine is artiesten begeleider. Maar waar begeleid ik ze dan in? Ik begeleid ze vanuit de artiestenruimte naar het podium en weer terug. Op het eerste gezicht een makkelijk klusje, maar schijn bedriegd. De artiestenruimte ligt op de tweede verdieping. Daar zien veel artiesten elkaar weer sinds het jaar ervoor. Kussen, knuffelen, drankje, praatje. Een drukte van belang. Ook andere media is aanwezig. NOS, RTL, en er wordt live radio gemaakt door drie verschillende zenders. En iedereen wil de artiesten spreken.
Live:

Wij hebben ook de live televisie uitzending. En live zegt het al, dat kan niet opnieuw dus niemand mag te laat op het podium staan. Dus over tien minuten moeten (ik noem gewoon even een naam) de Lawineboys (van sex met die kale) op het podium staan. Eerst zoeken in de artiestenruimte, ah daar staan ze bij de Snollebolleks. “Gaan jullie mee naar het podium?” “Hey Celine…kus, kus, kus, hoe is ’t meiske?” “Goed hoor, straks kletsen we verder oké nu eerst naar het podium”. “Ja we komen mee.” Twee stappen verder… “Hey de Deurzakkers, mannen hoe is het?” “Heren…” Ik word al wat strenger. “Jullie moeten zo het podium op” “Ja ik kom eraan, ik ben mijn jasje vergeten”. Nog zeven minuten te gaan. We kunnen verder. Voorbij de radiozenders loodsen. “Addie heb je even voor ons” “Nee heeft ie niet, hij moet NU het podium op.” Ik word alweer een stukje vervelender” Met de lift gaan we naar beneden. Nog vijf minuten. Gelukkig komt die meteen, dat wil ook nog wel eens een paar minuten duren. Uit de lift, rechtsaf door het volk dat daar staat te wachten naar buiten “mag ik op de fotooooo?” “Dadelijk, na het optreden.” Honderd meter verderop (“pas op voor de kabels, om het hek heen en daar steekt nog een haakje uit”) de trapjes op naar het podium. Onze podiumregisseuse is altijd blij om mij weer te zien. Dat is zo leuk… want als ze mij ziet zijn de artiesten er ook bij. Nog drie minuten en dan moeten ze het podium op. Erg krap maar ze zijn er. Ik kan weer naar boven om de volgende op te halen.

En dat dan drie uur. De tijd vliegt om en om 22.00 uur be ik weer thuis.

Fijfisjenie Café:

In oktober zijn we al voorzichtig begonnen aan de productie van het Fijfisjenie Café. Blaaskapellen, artiesten, erwtensoep, worstenbroodjes, confetti, slingers, nieuwe ideeën, verrassingen, bier, publiek, bonnen, polsbandjes, decor, presentatie, planning, wegwijzers, promo’s, gasten, items etc etc de komende maanden moet het weer staan als een huis. In vier dagen negenentwintig uur live uitzending maken vanuit ons eigen Fijnfisjenie Café. Barvrouwe Betty van den Oetelaar achter de bar die samen met Jordy Graat de uitzending aan elkaar praat. Veel artiesten komen langs, heel veel. En dan nog per dag minimaal vier blaaskappellen. Tonpraters en worstenbroodjes bakkers aan de bar om te kletsen met Betty. Items van onze verslaggevers Maud en Aijan worden ingestart. 
Regie:

Achter de schermen is het kunst en vliegwerk om alles inelkaar te passen en er een mooi programma van te maken. De samensteller die beslist wanneer wat moet komen en eindverantwoordelijk is voor het programma. De regisseur die niet alleen de regie doet maar ook schakelt en dus verantwoordelijk is voor welke shots er worden gemaakt maar ook dat de juiste in beeld komt. De audiotechniek die ervoor zorgt dat iedereen te horen is en de nummers op tijd worden ingestart. Ze zitten allemaal uren lang in de regie en kunnen er pas uit als er een live optocht of langere samenvatting van een optocht wordt uitgezonden.
Maandag:

En toen kwam de wind. Maandag werden door het slechte weer zo goed als alle optochten in Brabant afgelast. Dit betekend voor de crew geen pauzes meer. Cameramannen/vrouwen die uren en uren met de camera op hun schouders moeten lopen. De mensen in de regie die zeven uur geconcentreerd moeten blijven werken. Een ware marathon. Toppers zijn het. Het productieteam zorgt dat de artiesten op tijd in het café zijn. De kapellen op tijd op het podium staan, de problemen worden opgelost etc ect. 
Artiesten:

En wat waren het er veel. De artiesten die langs kwamen. De Deurzakkers, Lamme Frans, de Lawineboys, Snollebollekes, het Feestteam, de Alpenzusjes, Vieze Jack, One Two Trio, Pater Moeskroen, Rene Schuurmans, Partyfriex, en nog velen meer.
Het was een leuk feestje, nu nog even al die artiesten taggen bij mijn blog en dan ben ik er klaar mee voor dit jaar. 
En waarom ik een week na carnaval deze blog pas schrijf vraag je je af? Dat lees je over een paar dagen in mijn volgende blog.

“Schrijf2016”

Gisteren was ik bij Schrijf 2016 in Bussum. Workshops/lezingen over boeken schrijven. Hartstikke leuk en leerzaam. David Mulder opende de dag.  Daarna ben ik gaan luisteren naar Nanda Huneman “Breng je ideeënstroom op gang”. Fons Dellen over “Dilemma’s autobiografisch schrijven en zijn nieuwe boek: Echte vrienden” Gerda Aukes legde uit wat er gebeurde met je boek als het eenmaal uitgegeven was. Dan werd Abdelkader Benali nog geïnterviewd en speelde Nathalie Baartman een half uurtje cabaret.

 

Bio:

David Mulder sprak voor alle deelnemers van de dag. Met het onderwerp “Je grootste inspirator ben je zelf” ging hij aan de gang. Hij pakte de eerste pagina van een boek en ging daarna zelf iets nieuws bedenken. Erg leuk om te zien hoe hij in een korte tijd een hele nieuwe draai aan het verhaal gaf. Mensen mochten ondertussen vragen stellen. Ik was al gewaarschuwd door een vriendin die met mij mee was en al vaker bij dit soort bijeenkomsten was geweest, “ga je niet storen aan de vragen, niet doen.” En jawel hoor, er kwamen de meest onzinnige vragen die helemaal niks met het onderwerp te maken hadden. Ze vielen David gewoon in de rede. “Die zijn er altijd bij” zei mijn vriendin die mijn geïrriteerde gezicht zag. “laat die man nou gewoon uitpraten”, fluisterde ik “Ik wil hem horen niet die juffen met hun stomme vragen.” Ik krijg een lachje en luister weer verder. Goeie tip van David Mulder die nog wel even blijft hangen is BIO: Beschrijven, Inzoomen en Overdrijven.

 

Ideeën:

Na een kop cappuccino gingen we verder met de keuze lezingen. Ik had gekozen voor Nanda Huneman. “Breng je ideeënstroom op gang.” Wat een leuke vrouw zeg. Heerlijk om naar te luisteren. Wel hier en daar iets te zweverig voor mij met teksten als “rook in je hoofd en kooltjes in je buik” maar het was een genot om naar te kijken. Haar tip: Begin bij iets simpels en kijk waar het naartoe gaat. Zij gaf ons ook een opdracht.  “Schrijf over iemand, ergens, wat je nu te binnen schiet”…na een paar minuten werd de opdracht aangevuld. “Er gebeurd iets” en een paar minuten later “beschrijf hoe de persoon zich voelt”. Nou en dit heb ik geschreven…                                                                                                   Ze loopt door een smal paadje, niet wetend wat er aan het einde is. Aan beide kanten staan dicht begroeide struiken, de takken kronkelen krom door elkaar. Ze kan er bijna niet doorheen kijken. Het is warm en de zweetdruppels parelen op haar voorhoofd. “Daarachter, daar is een open plek.”            Langzaam, op haar hoede, loopt ze ernaartoe. Takken duwt ze stil opzij en voorzichtig stapt ze over grote stenen. En dan ziet ze het… Ze staat stil, aan de grond genageld. Hier was ze naar op zoek. Nu heeft ze het gevonden, maar weet niet wat ze ermee aan moet. Weken heeft ze gezocht. Haar hart klopt sneller, haar bloed raast door haar aderen. Oren die kloppen en haar mond is droog, zo droog. Een diepe zucht. “Concentratie” wat gaat ze doen. Ze wil omdraaien en heel hard wegrennen, maar dit wilde ze toch? Hier was ze naar op zoek. Toch?

20150518_174513

 

Dilemma’s:

Toen was Fons Dellen aan de beurt. “Dilemma’s autobiografisch schrijven.” Ik was heel benieuwd waar het naar toe zou gaan. Dit omdat ik nog zoveel ideeën heb voor boeken die wel gebaseerd zijn op waargebeurde verhalen. Goed luisteren dus. Hij verteld leuk en ik wil steeds weten wat er dan gebeurd. Maar de stomme vragenstellers zitten weer in de zaal, met inhoudelijke vragen over het boek. Ik heb erg de neiging om te roepen: “Richt een boekenclubje op en bespreek daar het boek.” Ik wil weten wat hij te zeggen heeft, hoe het afloopt met de drama’s die de man maakt die de inspiratie heeft geleverd voor het schrijven van dit boek. Wat doen ze met de bedreigingen en betaald hij het geld? Het boek van Fons heet Echte vrienden en aan het begin van het boek staan de wijze woorden: “Dit boek gaat niet over u”. Dit ga ik onthouden

 

Eten:

Tijd voor de lunch. Lekker broodjes staan al voor ons klaar. Ik koop het boek van Fons Dellen en klets nog even met de heren van het Boekengilde waar mijn boek gedrukt is. Dan door naar de volgende keuze, Gerda Aukes.

 

Verkopen:

Gerda is boekverkoper. Ze legt ons uit hoe het in z’n werk gaat als je boek eenmaal gedrukt is. Hoe wordt het aan de man gebracht. Hoe komt het in de winkels en wanneer wordt het een succes en wanneer niet. Dat laatste is toch nog altijd een beetje een mysterie volgens mij. Soms ligt het jaren weg te stoffen op een plank totdat iemand het oppikt er een lovend artikel over schrijft en dan wordt het na tien jaar toch een bestseller. Het is een heerlijke vrouw om naar te luisteren, zegt het zoals het is. Halverwege haar verhaal besluit ik dat ze een boek van mij krijgt en na haar lezing geef ik die dan ook aan haar. Mijn mailadres heb ik erin geschreven. Wie weet mailt ze nog haar mening naar mij.

 

Abdelkader Benali:

Dan is het interview met Abdelkader Benali aan de beurt. Wat een heerlijke man om naar te luisteren. Hij vertelt, vertelt en vertelt en wij luisteren en lachen. Ik heb inmiddels geleerd hoe ik de stomme juffenvragen kan negeren en schrijf gretig de tips van Abdelkader op. “Kies je thema en laat je eigen nieuwsgierigheid je leiden”, “maak het bijzonder en ben er trots op”, “Enthousiasme is erg belangrijk”, “je openingszin stimuleert je voor de rest van het boek” etc etc

 

Lachen:

Dan de afsluiter met Nathalie Baartman. Een half uurtje cabaret. Er zitten erg leuke stukken in maar niet alles is even leuk. Dat maakt ook niet uit. Leuke voorstelling, leuke afsluiter.

We gaan naar huis. Ik had een erg leuke dag. Veel geleerd, veel gelachen en lekker gegeten. Wat wil een Celine nog meer?