Anne

Laat ik haar Anne noemen. Ze heet ook Anne, dus waarom zou ik haar anders noemen. Wat ik eigenlijk bedoel is dat Anne staat voor een heleboel andere, zij is alleen de laatste die indruk op mij heeft gemaakt door haar dommigheid.

Marktplaats:
Ik zal het uitleggen. Er zijn periodes dat ik veel met marktplaats doe. Kopen en verkopen. Het is een mooie manier om je spullen waar je op uitgekeken bent of niks meer mee doet een tweede ronde te gunnen. Ook probeer ik altijd zo goedkoop mogelijk iets aan schaffen wat ik leuk vind. Dan kijk ik eerst op marktplaats. Als ik dan iets vind dat er op lijkt dan verzin ik een manier waarop ik met kleine aanpassingen het zo kan maken dat ik het geweldig vind.

Verkoop:
Op dit moment zit ik in de verkoop modes. Alles waarvan ik een foto kan maken in huis wordt verkocht. Een oude breimachine, canvassen met een gedrukte tekening van Herman Brood erop, een buffetkast, aquariumbak, films op VHS enzo enzo.

Auto:
Een jaar of acht geleden probeerde ik mijn auto via marktplaats te verkopen. Een Renault Express. Voor autoverkoop moet je een paar euro betalen. Och ja, dat had ik er wel voor over, als ik die auto maar verkocht kreeg. Ook moet je er dan je telefoonnummer bijzetten. Dat doe ik normaal nooit (met fans enzo, je weet maar nooit ;-)).
In de advertentie had ik erbij gezet dat als je een bod had onder de 1200 euro je niet hoefde te reageren. Na drie minuten ging de telefoon al: “Grallo, iek wiel joe auto kopen, iek geef 600 euro.” “Nee meneer, onder de 1200 euro gaat ie niet weg.” Even stil aan de andere kant… “Maar iek geef joe 600 euro en kom hem noe ophalen.” “Nee sorry meneer, dat ga ik niet doen, prettige dag nog.”
Vijf minuten daarna ging de telefoon weer: halloow, jij had die oto te koop staan op marktplaats, die Express. Ik kom hem nu halen voor duizend eurootjes, hop handje contantje.” “Meneer in de advertentie had ik bieden vanaf 1200 euro geschreven. En daarnaast staat de advertentie er nog geen tien minuten op. U mag een bod doen van 1200 euro en dan kijken we of er nog iemand overheen biedt. Ik laat hem een week staan.” “Ja, maar ik doe je nu een bod, 1000 eurootjes vrouwke, en dan bent u van de auto af.”
Na nog drie van deze telefoontjes in een half uur heb ik de advertentie weer verwijderd en de auto ingeruild op een andere auto waar ik dan, zoals iedereen, duizend euro inruilkorting kreeg.

Nu:
Anne had ook een bod gedaan, op mijn koloniaalse tafel. Een mooie tafel, maar ik ben gewoon een beetje uitgekeken op het donkere hout. Ik wil alles lichter. Je mag bieden op de advertentie had ik aangevinkt en in de begeleidende tekst staat bieden vanaf honderd euro. Onze Anne bied twintig euro.
Kijk en dan moet ik altijd even nadenken, mijn eigen advertentie nog eens lezen, kijken of ik geen fouten heb gemaakt. Nee…geen fouten…er staat toch echt bieden vanaf honderd euro. Dus ik stuur Anne een mail: "Beste Anne, dank je wel voor het bod. Bieden graag vanaf €100,- Vriendelijke groet…"
Tien minuten later krijg ik van marktplaats het bericht dat het bod verwijderd is.

Tafel:
Mijn tafel is ondertussen nog steeds niet verkocht.

http://link.marktplaats.nl/862587113

Advertentie

Ouder worden

Ik vind het helemaal niet erg om ouder te worden. Veel mensen om me heen vinden dat wel en dan zeker de mensen bij de tv. Laatst stond ik met een collega bij het koffiezet apparaat en kreeg ik een heel verhaal te horen over hoe erg het was dat ze de dag erna jarig was en dertig werd. Toen ik vroeg waarom dan: ”dertig is zooo oud”.

Dan ben je dus nog niet op de helft van je leven en dan vindt je jezelf al oud. Tja.

 

Veertig:

Ik word eind deze maand 39 en daar ben ik trots op. Nog een jaartje en dan staat er 40 achter mijn naam. Ik vind dat leuk. Ik heb plezier in wat ik doe, nou ja het meeste dan, kan lekker werken en genieten, niks mis mee zou ik zeggen. Een jaartje erbij is niet zo erg.

 

Meidendingen:

Nou heb ik het geluk dat ik niet zo rimpelgevoelig ben. Een jaar of 10 geleden waren we gaan eten met een paar vrouwelijke collega’s. Er is dan niet aan te ontkomen om te praten over vrouwen dingen (ben ik niet zo goed in). Dus meestal zit ik dan braaf te luisteren. “Scheren, epileren of harsen???” Zij: epileren of harsen, ik: ”Uh, wat het minste pijn doet en het snelste klaar is”. Hoe lang ben je ’s morgens bezig met haar en make-up? Zij: twintig minuten minimaal, ik: “borstel door mijn haar, staart erin, knipoog naar de spiegel, klaar” En dan al die haar producten. Zij: “De goeie van de kapper zijn toch allemaal zo duur, kleurshampoo en conditioner en dan ook nog een masker. En jij Celine, je hebt zo’n mooi, dik haar?” Ik: “Tja, Dove, dat is volgens mij een van de goedkopere. Conditioner? Nee daar doe ik niet aan.”

 

Rimpels:

En ohhh, hoe duur zijn al die dag en nachtcrèmes toch allemaal niet: Zij: gebruiken allemaal een of ander duur merk en dan ook nacht, dag en tussendoor, ik: “Ik gebruik dat allemaal niet, als ik denk dat mijn huid droog is dan smeer ik er good old Nivea op”. Uit dat vertrouwde platte blauwe blikje met de geur die me doet denken aan vroeger”.

“Maar je hebt helemaal geen rimpels?” Nee inderdaad dat klopt wel. Daar heb ik geluk mee. Ik denk ook dat als je eenmaal van die rotzooi op je gezicht smeert (al die crèmes) dat je huid daaraan went en dat je er dan ook niet meer vanaf komt. En ik rook niet. Rokers hebben echt de slechtste huid, met de meeste rimpels van allemaal.

 

Mooi:

Eerlijk is eerlijk ik ben net zo van al die poespas. Ik ben ook erg aan mijn slaapuurtjes gehecht. Dus als ik een kwartiertje langer kan slapen in plaats van opmaken dan doe ik dat. Misschien ben ik wel een beetje van de makkelijke, al dat gedoe met die krullen indraaien of juist mijn haren stijlen. In een staart of knot zit het ook goed voor op het werk en heb ik er geen last van.

Het is wel leuk om zo af en toe eens te tutten en er mooi uit te zien. En als je dat niet te vaak doet krijg je ook de hele avond complimenten van de mensen. Als ze daar aan gewent zouden raken dan zien ze dat ook niet meer natuurlijk.

 

Kilo’s:

Nou moet ik ook bekennen dat ik de afgelopen drie maanden dertien kilo ben afgevallen en wow wat voel je je dan beter dan ooit ervoor. Ineens heb ik taille (nou ja, een klein beetje dan hè). En als je je beter voelt dan straal je dat ook uit. Dan loop je rechter, dan ben je trots. Misschien vind ik het dan ook leuker om van mezelf een leuk plaatje te maken, om daar wat meer tijd in te steken.

 

Personeelsfeest:

Afgelopen donderdag bijvoorbeeld. We hadden personeelsfeest van Omroep Brabant. ’s Morgens naar de kapper, voor ik ging effe make-uppen en een selfie gemaakt voor de heb.

Op het feest komt een collega naar me toe dat ik er zo leuk uit zie. Dus ik de selfie laten zien, in de zon. “ohhhh die moet je als profiel foto op facebook zetten”. “Nee joh, er staat een leuke foto op. ”Jawel doen” …”Nee doe ik niet” …”Doe nouwwww” …“Oké dan”. Binnen 2 dagen bijna honderd likes. Gek volk die vriendjes van mij op facebook, maar stiekem wel heel leuk.

 

 

Brasfeest:

Nu heb ik de smaak te pakken. Zaterdag organiseert een vriend van mij een feest. Dit doen ze ieder jaar met een groep vrienden om hun verjaardag te vieren. Inmiddels (na jaren) is dit uitgegroeid tot een feestje waar ongeveer 2500 mensen op af komen. Alleen als ze een uitnodiging hebben ontvangen want het is een verjaardagsfeestje.

Een hele goeie coverband, Anderkovver, treedt op en er zijn wat andere acts tussendoor. Een gezellige avond waar ik bij klets met oude bekende en vrienden.  

Eerst maar eens weer tutten. De spiegel schrikt ervan: “twee keer in 3 dagen, waaaaat?”

Aangekomen op het feestterrein eens even een rondje door de tent lopen. Het is al druk. Ah het eerste babbeltje alweer gemaakt.

 

Bandjes:

Ik ben niet zo’n kroegtijger maar ik vind het geweldig om naar livebandjes te kijken en te luisteren. Ik kan daar heerlijk van genieten. De lol die ze hebben, de muziek die ze maken. Nu staat Anderkovver op het podium, een coverband die aardig wat optredens in een jaar heeft. Ik luister en kijk er graag naar. Ze hebben erg veel lol op het podium, zijn goeie muzikanten en , niet heel onbelangrijk, ze zingen zuiver.

 

Compliment of???:

Als we dan zo een paar uur en 3 spa rood, verder zijn en Anderkovver aan de tweede set begint sta ik tegen een zijpaal van de tent geleund, rustig op mijn gemakje te kijken naar de band. Naast mij staat een groep vrienden en kennissen van mij te kletsen.

Er loopt een jonge jongen mijn kant op. Ik denk nog, in mijn jeugdige onschuld, hij gaat bier pakken achter mij, maar nee. Rechtop (zover mogelijk met zoveel alcohol in je lijf) met grote stappen komt hij op me af, buigt zich voorover en zegt tegen me: “Jij bent een mooie meid…” Ik: “Ja, en net zo oud als je moeder”… “Maar je bent toch lekker”… “Zeg je dat ook altijd zo tegen je moeder? Hoe oud ben je eigenlijk?” … “18”…Nadat ik heel hard heb gelachen zeg ik hem dat ik bijna veertig ben en denk dat ie dan wel afdruipt. Dat had ik verkeerd gedacht. “Ja dus? Dan kunnen we toch nog wel kussen.”

 

Toen viel me niks meer in en nadat ik mijn, van verbazing opengevallen, mond weer had gesloten, liep ik naar mijn vriendengroep en worstelde me tussen hen in om me daar weer op mijn gemak tussen de 35plussers te voelen.

Maar stiekem, heel stiekem denk ik: “Een dronkenman spreekt altijd de waarheid”. 😉

20140904_172246

Stilte

20140817_085916

Vandaag is de laatste dag. Ik had nog wel een week langer willen blijven. Het is hier zo mooi. Vanmorgen werd ik om negen uur wakker en keek uit het raampje van de tent, we slapen in een Tipi tent, een soort indianentent. De zon scheen heerlijk over het gras. Druppeltjes dauw houden zich nog vast aan de grassprietjes, maar zullen het snel verliezen van de warmte van de zon.

Plassen:

Snel doe ik een broek en trui aan, want het is na een nacht op 850 meter hoogte nog best fris. En dan…gas erop. Snel de rits van de tent open en in een, voor mij vrij onbekende, snelle pas naar het houten toilethuisje. (Dat klinkt wel erg primitief zoals ik het nu zeg, maar het is een mooi, vrij nieuwe huisje met moderne toiletten en altijd blinkend schoon.) Iedere ochtend is het hetzelfde hier en zelfs twee keer rond drie uur ’s nachts. Dan moet je plassen maar wil je het liefst je lekkere warme bedje niet uit. Nog heeeeeel even blijven liggen. En dan als het echt niet anders gaat, dan moet je snel zijn. 150 meter snelwandelen voor beginners. Als je dan in het wchokje staat weet je niet hoe snel je moet gaan zitten. Broek omlaag,…uh… en deur op slot natuurlijk.

Blauw:

Deze morgen is de lucht strak blauw, niet licht blauw, maar een echte indrukwekkende mooie blauwe kleur. Het wordt een mooie dag. De mooiste van deze week vakantie, dat voel ik aan alles. Na een uurtje komen er wat hele kleine wolkjes aandrijven, maar die maken voor ze voor de zon zouden komen een flauw bochtje naar links of rechts en drijven rustig om de zon heen heen. Mijn geluk.

Stil:

Het is hier stil, rustig en heel mooi. In de verte hoor ik 2 bellen rinkelen die om de nek hangen van de geiten van de camping. Carolientje en Kokkie lopen los over de camping en grazen tussen de tenten door. Ook waggelen er 4 kippen het veld op en neer op zoek naar wormen en af en toe wat brood dat ze van de gasten krijgen. Dan hoor je nog krekels tussen de varens en lopen er witte koeien in de wei aan de andere kant van het weggetje. Dit is dus rust.

La Cube:

Samen met mijn moeder ben ik een weekje op camping La Cube in Le Brugeron in Frankrijk. De camping is van Marcel en Marion die acht jaar geleden van uit Maarheeze zijn verhuisd naar Le Brugeron en hier een mini camping zijn begonnen. Wat een mooie stek hebben ze hier gevonden en hoe heerlijk is het om te zien dat alle gasten hier tot rust komen.

Kinderen:

Toen we besloten om hier heen te gaan dacht ik dat er weinig kinderen zouden zijn. Heerlijk, een kinderloze camping, dacht ik nog. Waarom ik dat dacht, nou ja simpel, geen zwembad, geen speeltuin, geen animatieteam, geen kinderclubje helemaal niks van dat alles.

Nou, hoe een mens zich kan vergissen. Op 1 andere tent na waren alle gasten gezinnen. En een lol dat ze hadden. Allereerst natuurlijk met de dieren. In twee hokken nog konijnen, Layka de hond die rond loopt en overal een knuffel gaat halen bij de kinderen. Dan natuurlijk de geiten en de kippen nog. Binnen no time vinden de kinderen elkaar en wordt er de hele dag gespeeld en hard gehuild als ze met hun ouders toch echt even mee moeten om naar het dorpje te gaan of inkopen te doen. Ze mogen mee rijden op de tractor met Marcel en er is een avond kampvuur. De kinderen hebben de tijd van hun leven.

Wij:

En wij, “de volwassenen”, zitten in een luie stoel of liggen in het gras met een goed boek. Een buurman tekent, een jonge fietser ligt in zijn hangmat en een ander stippelt de route uit voor morgen en onze tegenover buurvrouw houdt haar kasboek bij in een grafiek. Ja…..

Naar huis:

Morgen gaan we naar huis. Heb ik daar zin in? Nope… Maar dat heb ik nooit na een vakantie. Kom ik hier nog terug? Ja zekers… Hier rust ik uit. Hier hoef je niks. We beslissen in de ochtend pas of en wat we gaan doen en dan kijken we in de loop van de dag wel wanneer. Ik kan me niet voorstellen dat ik ergens anders meer rust vind dan hier.

 Hier kan ik mijn boek afschrijven…als ik tenminste niet zo word afgeleid door de stilte.

http://www.lacube.eu

20140817_103738

Even stil

lucht1

Er is al zoveel over geschreven en zoveel bloggers hebben hun zegje al gedaan. Ik heb gewacht, ik wilde er wel over schrijven, maar ik was de zoveelste al die eigenlijk in grote lijnen weer het zelfde zou schrijven.  Nu, 21 dagen later heb ik nog steeds het gevoel dat ik iets moet schrijven.

Vreselijk:

Maar wat dan, wat ga ik dan schrijven? Hoe erg het is wat er is gebeurd, hoe vreselijk alles is? Hoe veel verdriet al die mensen hebben? Dat heeft iedereen al geschreven en gezegd en ik ben het daar 200% mee eens. Onafgebroken heb ik naar het nieuws zitten kijken of ben ik er op mijn werk mee bezig geweest. De aankomst van de kisten in Eindhoven en de stoet naar Hilversum. Stil en vol ongeloof heb ik ernaar gekeken.  Een passagiersvliegtuig uit de lucht geknald, gewoon.., omdat ze er zin in hadden, denk ik.

Passagiers:

Ik ken niemand die aan boord zat, wel mensen die mensen kenden aan boord. Iemand die zijn neef verloor of een heel bevriend gezin uit de straat. De lerares van hun zoon of de voorzitter van de fietsclub. Iedereen in Nederland kent wel iemand, of iemand die iemand kent die een dierbare heeft verloren.

Eerlijk:

Ik moet iets bekennen. Ik vind het echt vreselijk wat gebeurd is en denk er iedere dag aan. Misschien denken jullie na mijn eerlijkheid dat ik een koude kikker ben en misschien heb ik ook minder gevoel in mijn donder, maar ik voel het verdriet niet. Ik kan heb niet gehuild om hetgeen er is gebeurd. Het staat nog te ver van me af. Ik bedacht me wel hoe het zou zijn als je je kind hebt verloren en dan de vreselijke berichten over de rampplek hoort. Maar ik werd er kwaad van en zou het liefst erheen gaan om te helpen. Om het op te lossen. Om daar boos te worden en ze daar even de waarheid te vertellen.

Vandaag:

Vandaag  voelde ik voor de eerste keer in die 21 dagen het verdriet en de machteloosheid van de nabestaanden. Ik heb gesproken met de vader, de broer en de oom van een van de slachtoffers die met zijn gezin in de MH17 zat. De vader vertelde over zijn zoon, over hun gezin. Mooie herinneringen. Maar ook over de eerste uren na de ramp. De opvang. Hoe het ging met de eerste informatieverstrekking en hoe geweldig defensie alles heeft geregeld met het terugbrengen van de slachtoffers naar Nederland.

Eindhoven:

Iedere dag was ie erbij. Iedere keer als er weer vliegtuigen aankwamen in Eindhoven met nieuwe kisten. Familieleden die hem bijstonden. Iedere keer stond de vader op de vliegbasis, want in iedere kist kon zijn zoon, schoondochter of kleinkinderen liggen.  Ik voelde hun pijn, hun verdriet, hun gemis en hun machteloosheid.

Verhalen:

Hoe mooi zijn verhalen ook zijn en de herinneringen die hij vertelt, in ieder woord voel ik zijn verdriet. Achter iedere punt voel ik de pijn. De broer van het slachtoffer huilt en snottert, maar bevestigt met kleine knikjes en lieve blikken de verhalen van zijn vader. De vader troost zijn zoon.

Dank:

Bij alle drie de heren is de dank groot. Groot naar defensie en groot naar Nederland, al die mensen die mee leven ook al kennen ze hun dierbare niet.

En als ik deze mannen zie, hun pijn en hun tranen, dan moet ik ook slikken, even naar de grond kijken en heb ik ook niks meer te melden.

Dan ben ik stil.

Diesel

image

Daar sta ik dan, langs de kant van de Kennedylaan-Zuid in Eindhoven. De auto op de vluchtstrook met de knipperlichten aan. 300 meter achter me branden nog de lampen van het tankstation en in de verte zie ik de lampen van de volgende al.
De pechhulp heb ik gebeld, nadat ik mijn vriend belde om te ze zeggen dat ik met “pech” langs de weg stond met zijn leaseauto en een vriendin om te vragen waar ik stond. Geen idee hoe die straat heet. Achteraf gezien had ik ook gewoon op de tankbon kunnen kijken, daar staat het ook op.

Eerste auto:
Terwijl ik dan zo in de berm staat denk ik terug aan mijn eerste auto. Een rode met ronde carrosserie. Zonder merk. Ik was 1 jaar en wist toen al dat ik autorijden leuk ging vinden. En jawel hoor, ik vind het leuk. In alle auto’s wil ik rijden, nou ja bijna alle. Liefste de grote SUV’s, Jeeps en Landrovers. De zogenaamde wijvenauto’s liever niet.

Parkeren:
Ik durf ook met heel mijn hart te zeggen dat ik goed kan autotijden en beter kan fileparkeren dan de meeste mannen. En daar ben ik trots op. Al die autorijlessen zijn dan ook niet voor niks geweest. Naast de auto gaan staan waar je achter wil staan. Langzaam achteruit rijden. Als je achterbank bij de achterkant van die auto is indraaien totdat je band bijna de stoep raakt (niet te haaks draaien, wel beetje subtiel). Dan terugdraaien terwijl je langzaam achteruit rijdt et voila.

Tanken:
Vanmorgen reed ik in de leaseauto van mijn vriend. Een dieseltje. Mijn eigen Kia is een benzineauto maar die had een dag vrij gevraagd. ‘S morgens moest ik al tanken maar, had daar zoals gewoonlijk geen zin in zo vroeg. Er zat nog genoeg brandstof in de tank om naar Eindhoven te rijden, ondanks dat het lampje al was gaan branden. Na mijn werk meteen door naar het tankstation op de Kennedylaan om te tanken. Ik heb nog gekeken of ik de goede slang had want je hebt daar gewoon 95 en excellent 95 en dat is echt te duur. 88 euro verder was de tank vol. Afrekenen en wegwezen naar huis. Het is alweer half 8 geweest, ik wil naar huis. Misschien nog even de stad in kijken of er iets te doen is.

Hu?:
Ik rij de weg weer op en toen ineens viel er in mijn hersenpan een kwartje (je weet wel, die 25 cent van vroeger). Het duurde 200 meter ongeveer dat ik me realiseerde dat ik benzine had getankt ipv diesel. Auto langs de kant, motor uit en nadenken. Tankbon erbij, ja benzine…k.t k.t k.t. ANWB bellen, pas níet bij me. In het dashboardkastje ligt een nummer van Roadlease. Die bellen. Binnen een uur komen ze me helpen.

Tellen:
Ik stap uit de auto en ga wachten. Langzaam komt er een hele donkere lucht aandrijven, nou ja langzaam. 10 minuten later regent het heel hard en zit ik weer in de auto.
En wat doe je dan? Ik ging denken aan een blog voor jullie en wat ik dan kon schrijven. Dus ben ik maar gaan tellen. Tellen? Ja tellen, auto’s met iets aan de lampen.

En dit zijn dan de feiten van 35 minuten tellen op een rijtje:
25 auto’s reden zonder licht
12 auto’s reden met stadslicht
12 auto’s hadden een kapotte voor lamp
2 een kapotte achterlamp
3 reden er met alleen mistlampen voor aan
6 met gewone koplampen en mistlamp voor
6 hadden zo’n irritant blauw licht
1 stadsbus had een kapotte voorlamp
1 vrachtwagen had een kapotte voorlamp

En er kwamen 3 motoren langs. Maar dat heeft niks te maken met lampen van auto’s.

Ik heb geprobeerd om daarbij nog de niet-knipperende uitvoegende en invoegende auto’s te tellen maar, dat werd te veel van het goeie. Na 5 minuten gestopt met tellen bij de stand van 5 invoegende en 3 uitvoegende auto’s.

Wil:
Precies na een uur kwam Wil van Roadlease mij “redden”. En toen ik vertelde dat het de auto van mijn vriend was vroeg hij zich hard op af of het bij thuiskomst nog wel mijn vriend zou zijn. “Uh duhu, tuurlijk, het is maar een auto.”

Wil bracht me naar de trein en in de stromende regen liep ik 30 minuten later van station naar huis. Weer een verhaal en blog rijker.
image

Op de boot

Image
VCA:
Ik ben op weg voor werk naar Engeland. Ik hoor jullie denken “oh wat spannend, wat ga je doen, editen voor een bekende filmmaker of productie voor een groot tv station?” Nee nee, ik ga toezicht houden bij een VCA-examen. “Wat is dat? Die afkorting ken ik niet in de tv wereld? Video, Cinema, Audio??” Nee, niks van dit alles. Sinds een jaar of 4 hou ik toezicht bij VCA examens voor een examenbureau. Ongeveer 1 keer per maand. VCA staat voor “Veiligheids Checklist voor Aannemers” en richt zich naar ondernemingen met een verhoogd veiligheids-, gezondheids- of milieu-risico’s. (Ik heb het even voor jullie opgezocht). Veiligheid op de werkvloer dus eigenlijk. Iedereen die werkt in de bouw, petrochemie etc moet een VCA diploma hebben.

Boot:
En nu zit ik op een ietwat grote boot. Als je de folder mag geloven is ie nog groter dan ie in werkelijkheid is. Er is een bioscoop, casino, internet cafe, een paar barren, terras buiten, 2 restaurants en een basketbalveldje aan boord. Oh en een hoop hutten om in te slapen.
Wij varen overdag, we hebben geen hut geboekt. 7 uur moeten we ons hier wel kunnen amuseren.
Alles (behalve de auto’s en de hutten) bevindt zich op deck 9.

Overdrijven:
Mijn ouders zeiden vroeger altijd: “overdrijven maakt de zaak duidelijk” en ik kan er wat van maar, Stena Line zeker ook. Nadat we vanuit de auto de paarse route hebben gevolgd naar boven, komen we uit in het restaurant. Erg mooi, aan de voorkant van het schip. Het ziet er schitterend uit. Dit restaurant heeft een lopen buffet. Het andere restaurant zit aan de andere kant van het schot dat geplaatst is en is een a la carte restaurant. Het casino zijn 2 speeltafels in een hoek van het restaurant.
Als je naar de achterkant van het schip loopt loop je langs een aantal, erg leuke, barretjes met super aardig personeel.

Film:
Aan de rechterkant een bioscoopzaaltje, ziet er mooi uit. Eens checken welke films er draaien zodat we daar meteen kaartjes voor kunnen halen bij de infobalie. Godsilla en Spiderman…uh nee dank u, ik ga wel wat anders doen.

News room:
Aan de linkerkant van de gang naar het achterdek staan stoelen en banken. Daar zit, ligt, hangt een hoop volk door elkaar. Het slaapt op de banken en hangt over de stoelen en ik loop verder want, daar is dadelijk de news room en dat…spreekt mij natuurlijk aan.
Mooi gemaakt. Makkelijke stoelen per 2 met een tafeltje ertussen en met audiokastjes waar je je koptelefoon in kunt steken. Een stuk of 8 flatscreens aan elkaar aan de zijkanten een paar kleinere en in het midden 2 grote. Er staan verschillende zenders op. Waarvan eentje met F1. Een groot scherm in het midden staat op ndl1 (waar op zondagochtend 11.00u echt niks normaals te kijken is). Een engelse nieuwszender op een ander scherm, golf op die er naast en nog iets ondefinieerbaars engels op die daaronder. En in de stoelen allemaal onderuitgezakte mannen met koptelefoons op, die half slapend in de stoelen liggen.

Internet room:
Ik loop snel door, want iets verderop ligt de internet room. Free wifi. Dan ga ik mijn eigen nieuws maar zoeken. Een open ruimte met in het midden een tafel met vier pc’s met wankele stoelen ervoor. Daar om heen zwarte stoelen met tafeltjes eraan vast (oud schoolbank idee, maar dan modern). Daar ga ik zitten. De stoel kraakt zo hard dat ik er zelf van schrik en iedereen om mij heen ook geloof ik. Even op een andere gaan zitten. Ze zitten heerlijk deze stoelen. Ipadje open en nieuws checken. De verbinding is zo traag dat als ik een berichtje op nu.nl eindelijk heb geopend het alweer oud nieuws is. Nee, daar heb ik het geduld niet voor.

 

Sundeck:
Op naar het sundeck. Daar heb ik heerlijk gezeten, met leuke muziek op de achtergrond. In het zonnetje. Helemaal goed.
Nog even een rondje over het dek lopen. Aan de andere kant van de boot ( als ik me niet vergis, bakboord) staat een grote kooi met een basketbal/voetbal veldje. Erg leuk. Er om heen picknicktafels. Hier is het ook goed toeven.

Uiteindelijk wordt het iets te koud op het dek en ga ik heerlijk, vooraan in het schip, achter een raam in de zon zitten. En na een lekker diner en 7 uur varen zijn we aan de overkant. Een goede, relaxte manier van reizen. Voor herhaling vatbaar (we moeten nog terug ;-))

Droom

image

Daar zit ik dan. Op een muurtje gebouwd door de eigenaren van dit terrein. Mooie witte stenen. Allemaal een andere vorm en de een groter dan de andere. Een witte hond zit bij het huis en kijkt me aan. Alleen om zijn rechter oog is het zwart en zijn linker oor is zwart. Rustig kijkt hij me aan en af en toe komt hij een aai halen en loopt dan weer terug naar het huis.

Rust:
Het is hier stil, alleen de vogels zingen, grote insecten zoemen en af en toe hinnikt er een paard verderop. Ik zit op het muurtje bij de ingang van de Moncerlongo Ranch in Rovinj in Croatia. Een plek waar veel mensen over dromen. Hoe vaak hoor je Nederlanders niet dromen over hun camping in Frankrijk (ik ken er maar twee die daadwerkelijk die stap genomen hebben. Camping la Cube in de Auvergne is daar het resultaat van.) Of hoeveel dromen er niet van om naar een warm land te gaan om daar een rustiger leven te leiden. Niet meer zo te haasten als in Nederland, niet meer te moeten werken om rust te kunnen krijgen. Gewoon net zo leven als op vakantie.

Hard werken:
Het is hier echt perfect rustig, voor mij dan, want ik ben op vakantie, maar hier wordt kei hard gewerkt. 2 jaar geleden hebben Luka en Nataša deze Ranch opgestart. Nataša is een meiske uit de buurt en Luka een ‘cowboy’ uit Trieste in Italië. Ze hebben 2 kinderen, de mooie witte hond met het zwarte oog en 10 paarden. Luka is een echte cowboy, hij is hoefsmid, traint mensen in western rijden, verzorgt verwaarloosde paarden, en rijdt met toeristen door de bossen en over de bergen met z’n paarden. Nataša runt het huishouden, helpt met de paarden, doet de boekingen en klust samen met Luka en haar vader aan het huis en het terrein.
“Hier wordt geen onderscheidt gemaakt tussen mannen en vrouwen, hier doet iedereen het zware werk” zei ze tegen mij. “En het gaat maar door, het stopt niet. Hopelijk kan ik met 45 jaar wat rustiger aan gaan doen, nou met 50 dan, 55?”

Terrasje:
Volgend jaar hopen ze het terrasje af te hebben, klein, 5 tafeltjes. Dan gaat ze heerlijke wijn serveren. Kleine salades en gerechtjes.
Als ik terug ga volgend jaar dan zal ik daar zeker wat uurtjes doorbrengen. Alleen al om de verhalen te horen en op te schrijven.

Wonen:
En ondanks het harde werk dat ze doen, leven ze wel het leven dat ze willen leiden. Doen ze hetgeen ze het liefste willen doen. Wonen ze op een mooie plek en hebben ze hun eigen land en huis. Een mooi gezin met een mooi bedrijf in een mooi land.
Graag zou ik ook in deze mooie streek willen wonen. Er staat hier een stuk land, met iets dat op een huis lijkt erop, te koop. De buitenmuren zijn bespoten graffiti en het land is onderkomen. Toch wil ik weten wat het kost. Dus ga ik aankomende week bellen naar het telefoonnummer dat op het bord langs de weg staat.

Droom:
Het zal wel bij een droom blijven, net als bij 90% van de Nederlanders. Thuis heb ik ook nog het een en ander te doen. Te beginnen bij een festival voor CF.
Daarna ga ik denk ik de crowdfunding doen voor mijn grond en huisje in Croatia. Iedereen die een tientje bijlegt mag in de opstartzomer gratis een weekje komen logeren en dan meehelpen de olijven bomen snoeien en het druivenveld aanleggen, de sauna opbouwen, bubbelbaden installeren, vullen en uitproberen. De buitenmuren verven. Huisje van binnen opknappen en ’s avonds genieten van een heerlijke BBQ bij een kampvuur.

Dromen mag hè. En misschien, heel misschien, zie ik je volgend jaar in Rovinj.

Pseudo-epilepsie

Hap:

Twee jaar heb ik met heel veel plezier gewerkt als chauffeur van de huisartsenpost in Venlo en Venray. Met veel leuke en sommige ietsie minder leuke collega’s heb ik heel wat meegemaakt.

Deze verhalen ben ik aan het opschrijven. Af en toe plaats ik er eentje. Zoals vandaag.

Zaterdag, tegen het einde van een dagdienst:
Het is lente maar nog best koud, we worden naar een gezin gestuurd waar de dochter epilepsie van heeft. Ze zit al 4 uur in de epileptische aanval en komt er niet uit. Onderweg leest de arts het dossier, zover we die hebben, van de jonge dame door.
Als we aangekomen zijn maakt een rustige man met een lichte baard de deur open. Geen paniek. Kennelijk heeft hij dit vaker meegemaakt.
Als we moeder ook een hand hebben gegeven en we onze jassen over een stoel hebben gelegd gaan we bij de dochter kijken. Er staat een soort van bed/bank in de achterkant van de woonkamer. Naast een groot raam. Daar ligt ze op. Alle spieren aangespannen. De vingers krom. De armen in een niet normale rustige positie.

Serieus:
De dokter gaat bij haar op het bed zitten, ik op een stoel ernaast. Hij controleert alle vitale functies. Hart, longen, bloeddruk en zelfs suiker. De ouders vertellen en vertellen. Ze vullen elkaar aan en praten maar door. Bang dat ze iets vergeten. Ze vertellen dat dit vaker gebeurt. Dat ze soms uren in een aanval blijft. Dat ze al weken in het ziekenhuis heeft gelegen maar, dat er niks gevonden is. Ze heeft ook daar aanvallen gehad, en de langste duurde wel bijna negen uur. Ze hadden het gevoel dat ze in het ziekenhuis in Venlo werden uitgelachen, dat hun dochter niet serieus werd genomen en hun dochter wilde ook nooit meer naar dat ziekenhuis. Ze werden er slecht behandeld. Ze wisten ook dat als de aanvallen langer dan 4 uur duurde ze naar de dokter moesten bellen. Maar ze wilde NIET naar Venlo. “We willen naar Boxmeer of liever nog naar het epileptischcentrum in Sterksel.”

Fake:
Na dat de dokter, de dochter, een meid van 19 met mooie blonde haren en blauwe ogen helemaal had onderzocht belde hij de behandelende afdeling in het Viecuri ziekenhuis in Venlo. Een lang gesprek volgt. Met veel moeilijke termen en het uitwisselen van informatie. Daarna belt hij het ziekenhuis in Boxmeer. Een gesprek dat een stuk minder lang duurt, met als resultaat dat ze niet naar Boxmeer kan gaan. De arts aan de andere kant van de telefoon raadt aan om bij de behandelend arts te blijven. Zeker nu het weekend is en het juiste personeel niet aanwezig is.
“Nee” ze gaan niet naar Venlo. “Die lachen ons uit en zeggen dat ze alles faked.”

Sterksel:
Ik weet niet meer precies in welke woorden de dokter het verwoordde maar het kwam erop neer dat alle onderzoeken hadden uitgewezen dat ze geen epileptische aanvallen heeft maar dat het een pseudo-epileptische aanval is. Een psychische aandoening die het lichaam zich heeft “aangeleerd” als verdediging als dingen te moeilijk worden of als er te veel stress is.
De ouders hebben het al eerder gehoord maar zijn er niet van overtuigd. “Kijk haar nou liggen, ze reageert nergens op, haar ogen weggedraaid (ogen zijn dicht, maar als je de oogleden optilt zie je de pupil bijna niet meer) haar armen in een spastische stand. Dan doe je niet net alsof.”
We moeten maar naar Sterksel bellen, die nemen haar wel op.
Om de ouders tegenmoet te komen belt de dokter ook naar Sterksel. Na een hoop “uhu” en “ja dat begrijp ik” legt de dokter op en vertelt de ouders dat hun dochter echt niet naar Sterksel kan. Daar nemen ze in het weekend alleen in hoge uitzondering met grote spoed epileptische patiënten op. Mensen met pseudo-epileptie worden nooit opgenomen. Die komen naar de dag therapie. Dan volgt er eerst een intake en vandaar uit wordt gekeken of er een behandeling komt of niet.

Voorbij:
Nu worden de ouders toch wat onrustig. Er zijn inmiddels drie kwartier verstreken sinds wij er zijn. Hun dochter zit nu alweer bijna 5 uur in deze aanval en waar moeten ze nu dan heen?
Dan neemt de dokter een moeilijke beslissing. “Celine bel de ambulance maar. Ze gaat nu naar Venlo”. Hij had deze zin nog nauwelijks uitgesproken en de spieren werden slapper, haar vingers werden soepel en haar ogen gingen rustig open. Verbaasd kijkt ze ons aan en draait dan naar haar ouders. Ze is er weer bij.
Ze reageert op alles en we kunnen rustig met haar praten. Ze vertelt over haar opleiding voor operatieassistente en de dokter verwacht dat daar misschien iets te veel stress en druk op dit moment bij komt kijken want, na het weekend heeft ze een toetsweek.
Na ongeveer 75 minuten stappen we weer in de auto, op weg naar de volgende visite.

Mijn boek

ambu

Ik ben een boek aan het schrijven. Of eigenlijk, ik ben heeeeeel veel boeken aan het schrijven. Zeker heb ik 4 beginnen, maar na ongeveer 5 A4tjes stop ik steeds om een of andere reden.

Goed.

Nu gaat het wel goed. Ik schrijf nu over wat ik heb meegemaakt. Kris kras door elkaar. Eerst de lost staande verhalen en dan ga ik alles aan elkaar borduren.

Dat zou dus moeten lukken. Het gaat de goede kant op.

HAP.

Ik schrijf situaties die ik heb meegemaakt toen ik Visite Assistent was….nee wacht even…toen ik MMA, mobiel medisch assistent, was of was ik toch visite assistent?? Nou ja, die verhalen dus. Twee jaar heb ik gewerkt als chauffeur bij de HAP (huisartsenpost) in Venlo en Venray. 20 uur in de week. Nachtdiensten, avonddiensten en weekenddiensten. Ik vond het werk geweldig. Echt mijn dingetje en het was goed te combineren met mijn werk als editor.

Samen met mijn collega chauffeurs, de doktersassistenten en artsen heb ik in die twee jaar best wat meegemaakt. Mooie verhalen, trieste verhalen, vreselijke verhalen.

En dan niet alleen de verhalen van de huisbezoeken.

500.

Vijfhonderd woorden moet je schrijven per dag. Zeggen ze. Ik heb ze nog niet geteld eerlijk gezegd. Meestal schrijf ik 1 gebeurtenis in 1 keer. Ik heb nu een hoop losse verhalen die ik later aan elkaar ga schrijven met het verhaal achter de schermen. Het verhaal over hoe er in die twee jaar is omgegaan met het beroep Visite Assistent.

Ik ben waarschijnlijk geen echte schrijver. Ik denk: “Als ik nou op maandag 1000 woorden schrijf, heb ik dan op dinsdag vrij?” Geen goed uitgangspunt…;-)

Advies.

Laatst kreeg ik een goed advies, een advies dat is blijven hangen. Een collega vertelde me dat hij dat advies ook weer had gekregen van een andere schrijver. “Stop nooit met schrijven als je het niet meer weet. Altijd stoppen als je nog weet hoe je verder moet.”

Dat vind ik moeilijk. Zolang ik nog weet wat ik wil schrijven, wil ik ook door gaan. Je stopt pas als je vast zit maar, als je vast zit dan ga je niet meer verder. Daarom schrijf ik in verhalen. Iedere keer 1 ervaring. Het werkt.

Leuk.

Dan is er natuurlijk nog de vraag of alleen ik deze verhalen leuk vind of dat andere mensen het ook leuk vinden om te lezen. Moeilijk moeilijk. Ik denk dat er wel mensen zijn die het leuk vinden. Er staan ook altijd mensen te kijken als ze de HAP-auto zien staan of als er een ambulance aan komt rijden. Ik ben wel eens de auto uit gestapt dat ik dacht: “moet ik nou zwaaien naar al die mensen?” Op ieder balkon van de flat stonden wel mensen te kijken. Ik heb maar net gedaan of ik ze niet zag.

Bang.

Als je nou met mij hebt samengewerkt in die twee jaar dan hoef je niet bang te zijn dat je in mijn boek voorkomt. Misschien herken je verhalen of situaties. Misschien denk je wel: “Oh daar was ik bij” of “dat kan ik me nog herinneren”. Misschien herinner je het je wel heel anders. Ik schrijf het op zoals ik het uit mijn hersenpannetje weer naar boven kan halen. Zoals ik het gevoeld en ervaren heb.

Met mijn collega’s, chauffeurs, assistentes en artsen kon ik het goed vinden en heb ik hele fijne tijd gehad. Dus, tenzij je aan geeft dat je nog een leuk verhaal weet, kom je niet in mijn boek.

… 

Maar krijg jij het nu toch een beetje benauwd en vraag je je af: “Wat zal ze gaan schrijven? Kom ik er in voor? En zo ja, hoe zal ze over me schrijven en is dat wel positief?” Heb je een reden om te denken dat ik iets kan schrijven waardoor je ego een deuk op loopt of dat er situaties zijn die je liever niet in een boek ziet…

…..begin dan maar alvast te zweten.

Hihi, het wordt een leuk boek!!!

Kies

Veel mensen zijn bang voor de tandarts. Ik heb daar niet zo’n last van. Afgelopen dinsdag was ik ineens zenuwachtig toen ik naar de tandarts moest. Toch heb ik wel het een en ander meegemaakt.

Laat ik het eens opschrijven in een blog.

 

Vroeger:

Vroeger had je de schooltandarts wow kunnen jullie je die nog herinneren. Dan kwam er een bus voor de school rijden waar de” tandartspraktijk” in zat. 2 dagen lang stond ie daar dan en om de beurt  werden de kinderen uit de klas geroepen.  Langzaam kroop de tijd voorbij. Zo begonnen bij de A……B……C en dan lag het er aan hoe goed het gebit van mijn voorgangers was of ik de eerste dag of de tweede dag aan de beurt was. Van het begin dat die bus voor de school stopte lette ik niet meer op in de klas en zat alleen maar zenuwachtig voor me uit te staren.  Daar gaat F en G. En als je dan aan de beurt was (ik weet niet meer of mijn moeder mee mocht maar, ik denk het  wel) dan was je zo klaar en kreeg je zo’n vreselijke fluor behandeling als toetje.

 

België:

Na de schooltandarts mocht ik in België naar de tandarts. Deze man heeft mij van mijn angst afgeholpen. Een hele fijne tandarts, die helaas alles wat de schooltandarts in elkaar had geflanst weer opnieuw moest doen. Gelukkig had ik een recht gebit… maar toen… kwamen de verstandskiezen door. Mijn tandarts raakte ernstig in paniek. “Dadelijk trekken je tanden scheef”. Dus binnen no time ging ik naar het ziekenhuis en trokken ze alle 4 de kiezen, die nog niet uitgekomen waren en dus opgesneden moesten worden. Een week bont en blauw, ziek in bed als gevolg.

 

Bosnië:

Een jaar of 10 geleden waren we met vrienden op vakantie in Kroatië en Bosnië. Aan het einde van de 2 weken Kroatië brak een vulling af en schoot in mijn kies. Dus iedere keer dat ik mijn kiezen op elkaar deed duwde de vulling op mijn zenuw. Het deed zoveel pijn dat toen ik in Sarajevo was aangekomen meteen daar naar een tandarts ging. Ja….het was een potige dame die tijdens de oorlog in Duitsland had gewerkt dus, gelukkig kon ik me verstaanbaar maken. Bij deze dame ben ik 3 keer terug geweest in 2 weken voor zenuwbehandelingen en een wortelkanaalbehandeling. Ze wilde, ondanks mijn aandringen) geen witte vulling erin zetten. Wel een of andere mengeling van 2 goedjes, dan werd het licht grijs. Dit goedje bleek zo keihard te zijn dat mijn tandarts in Nederland er niet aan durfde te komen.

 

Maar goed nu de kies:

In september was ik bij de tandarts waar een gaatje in mijn kies werd gevuld, geen probleem. Na een week begon de tand een beetje te zeuren en af en toe te kloppen. Ik dacht: “dat zullen wel naweeën zijn. Niet te veel aandacht aan besteden. Na een maand dacht ik: “misschien moet ik eens naar de tandarts gaan”. Door tijdgebrek is dat er niet van gekomen. Toen er een bult op mijn tandvlees kwam heb ik toch maar even gebeld met de mededeling: ”ik denk dat mijn vulling iets te hoog is, het zeurt een beetje, geen pijn.”

Een week later kwam ik vrolijk binnen huppelen, sprong fanatiek op de behandelstoel en binnen 3 minuten was er niks meer van mijn vrolijkheid te bespeuren. “Even een foto maken want, ik denk niet dat het de vulling is”, dan tegen de assistente:”bhedkdiegvl  blabla jedyde hjydc” Een hoop abracadabra. En toen de foto gemaakt was: ”Ja , dat dacht ik al. De wortel is gebroken, die tand moet eruit, ik zal even de verdoving pakken”. WAAAAAAAAAAAAAAT STOPPPPPPP HOEZO VERDOVING, WAAROM?   

“Dan haal ik hem  er meteen even uit”  “NEEEEEJJJ dat wil ik niet, dan heb ik een gat in mijn gezicht en dan??” Dat was voor latere zorg. Dit moest eerst genezen.

“Nee, ik wil het niet, ik moet hier even over nadenken.” En nadat ik een nieuwe afspraak had gemaakt ging ik richting huis en was mijn hele dag verpest.

 

Dinsdag:

Afgelopen dinsdag was het zover. In de wachtkamer van de tandarts las ik op facebook  nog even het horrorverhaal van een vriendin die de dag ervoor haar kies had laten trekken. Niet zo slim aangezien ik best zenuwachtig was. Maar goed…uiteindelijk zat de verdoving erin en kwam er een zware tang in mijn zicht. Ogen dicht en niet naar kijken…

“Wow, auw stooooooop.”

“Oh doet het nog pijn??”

“Uh jaha”

“Dan verdoof ik nog wat bij.”

 

En toen die er eenmaal in zat was de kies er zo uit. Fluitje van een cent en nergens meer last van.

 Vrolijke kerst